Dag van de liefde

14 februari, Valentijn.

We vierden het niet bewust Tas en ik. Bracht hij bloemen mee, fijn. Deed hij dat niet, ook goed. Ik kan me niet meer herinneren dat ik hem ooit iets gaf op Valentijn. Behalve een kus, maar dat deden we elke dag, dus niets speciaals. Of toch! Misschien wel eens wat chocolade, maar dan deed ik dat zeker ook stiekem voor mezelf. Lijkt me reden genoeg.

We hadden het wel eens over het commerciële, en hoe Valentijn gewoon een feest was, uitgevonden voor de verkoop van spullen. Nu denk ik er anders over. Het kan volgens mij niet slecht zijn, een dag creëren waar liefde hoogtij mag vieren. Wie kan daar nu tegen zijn?

En is niet alles commercieel geworden? Hoewel ik echt niet geloof in een god, toch doen we mee met Kerst en Pasen en andere religieuze feesten. En dan denk ik, ik ben niet tegen feesten. Tegen dagen waar we familie of vrienden centraal zetten. Wie kan daar nu tegen zijn?

Bovendien geef ik mijn kinderen die feesten wel mee. Zo vertelde ik hen dat het vandaag eigenlijk Aswoensdag is, en wat dit wil zeggen. Fijntjes antwoorden ze dan … ik geloof niet, dus ik doe niet mee met die vastentijd. Tuur stelde voor om anders de komende 40 dagen geen groenten meer te eten, want dat hij plots heel erg van groenten houdt. Geloven of niet. Het lijkt me eigenlijk niet slecht om eens iets te laten, om dan weer te appreciëren wat je hebt.

Zo vergaat het me elke dag, en vandaag dan toch weer wat meer. Want je weet pas echt wat je had, als je het niet meer hebt. Vandaag droom ik ervan hoe het zou zijn als hij nog eens bij ons zou komen en hoe we deze Valentijn heel speciaal zouden maken. En ja, ik zou de winkels leeg kopen en helemaal meegaan in het commerciële feest.

Ik zou een hele dag de liefde centraal zetten. En geef toe, wie kan daar nu tegen zijn?
Ik wens jullie allemaal een liefdevolle Valentijn.

Nele – geschreven 2 jaar, 5 maanden en 6 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.

Ik ben moe, ik heb vandaag
je lijf tien keer
niet aangeraakt, lieve woorden
niet gezegd, gedacht aan je nagels
in mijn rug die een eeuwigheid achter
mij ligt en waaruit ik vanmorgen
ben opgestaan als uit een bed.

Ik geloof niet dat ik het kan:
niet van je houden. Drinken
en je niet kunnen vergeten,
dat kan ik. En iedere dag een beetje
sterven, zodat het tenslotte slechts
een koud kunstje wordt.

Herman De Coninck