Eigenlijk moeten we ook elke dag een minuut stilte houden
Mijn kinderen en ik in ons kot. We keken dit weekend samen naar het journaal. ‘Relatief weinig doden in Duitsland’ horen we. Tot het getal valt. ‘Weinig?’ Is de reactie naast me, luid en duidelijk. Twee minuten later een beeld van een koppel dat trouwt, helemaal alleen. ‘Hoe erg is dat’ zegt de ene. ‘Ze kunnen later nog feesten!’ zegt de andere. De getallen zijn gepasseerd.
Ik zit in mijn kot en word terug gekatapulteerd naar al die momenten dat ik afscheid nam. Van mijn moeder, van mijn vader, van Tas.
Bij mijn moeder was het afscheid groot, bijna groots in mijn beleving. Theatraal als mijn vader was vol symbolen. Wij, de kinderen die niet konden stoppen met huilen. Liedjes vol betekenis, elk woord die vooraan in de kerk werd gedeclameerd maakte het verdriet groter en snijdender. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon doen.
Bij mijn vader besloten we om het groeten vooraf te doen, zodat we nadien konden verdwijnen als het verdriet niet meer van onze gezichten kon weggeveegd worden. De dienst vol respect voor mijn diep gelovige vader en al zijn vrienden met en zonder geloof. Mooie verhalen werden gedeeld om te koesteren in de jaren nadien. Na het afscheid kon ik niet mee met de rest van de familie, ik werd getrokken naar al die aanwezigen die ik nog niet zag en bij wie ik warmte zocht en vond. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon.
Bij Tas had ik koud, ijskoud. Mijn botten waren doordrongen van een ijzige pijn die me helemaal verlamde. Woorden als troost om naar te luisteren en om uit te spreken. Zwarte, diepe rauwe rouw die elke betekenis uit mijn leven zoog. Bij het groeten stond ik alleen, maar ik voelde iedereen die passeerde. Beetje bij beetje voelde ik warmte terugkeren. De leegte werd gevuld door de aanwezigheid van massaal veel vrienden, kennissen, familie en dierbaren. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon.
De cijfers passeren, elke dag opnieuw. Mooi opgedeeld per land en sinds kort ook per regio. We weten nu de plekken die harder werden getroffen dan andere. Harder? Iedere dode vandaag is er één teveel. Iedereen die sterft, zelfs al is het niet van corona krijgt niet het afscheid dat hij of zij verdient. Iedere achtergeblevene staat er alleen voor.
In elk boek, van elke rouwtherapeut (en geloof me ik las en hoorde er velen), vertelt hoe belangrijk dat afscheid is. Elke weduwe of weduwnaar waarmee ik hierover sprak, laat weten hoe levensnoodzakelijk afscheid nemen is als je nadien ook maar een beetje wil overleven om wie weet ooit weer te leven. Vandaag wordt dat zoveel mensen ontnomen en het enige dat ik kan bedenken is: wat een gruwel.
Fijn dat we voor de kinderen op berenjacht gaan, nog fijner dat we elke dag applaudisseren voor zij die in de zorg voor ons zorgen. Kunnen we dan ook even denken aan al diegenen die nu zo gruwelijk afscheid nemen.
Stel dat we elke dag 1 minuut stilte voor hen houden. Hoe sterk zou dat zijn? Stel je voor, we doen het met z’n allen om 19u. Uit respect voor zij die het niet haalden, uit steun voor zij die achterbleven zonder afscheid.
Nele – geschreven 4 jaar, 6 maanden en 22 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.