lach. noem. vergeet me niet.

lach. noem. vergeet me niet. Zo staat het op je graf, zo doen we elke dag. Het lachen gaat het moeilijkste, maar ik probeer het wel. Verhalen over je vertellen en aan je denken … dat doen we voortdurend. Vandaag is het jouw verjaardag, je zou 47 geworden zijn. En ik zou je grappend wijzen op het feit dat dat al dicht bij de vijftig komt, en dat je dus al oud aan het worden bent. Alleen … oud wordt je niet echt meer. Er staan te veel woorden ‘zou’ in mijn zinnen.

Je zou uitslapen en ik zou, samen met de kinderen, voor ontbijt zorgen. En de kinderen zouden het ontbijt op bed brengen. Dat vond je helemaal niet aangenaam. Kruimels in bed, onhandig morsen met je thee. Maar je zou er toch van genieten, omdat je kinderen aan je dachten. Omdat ze moeite deden en omdat ze je zo kunnen tonen dat ze je liefhebben. Want jij wist dat dat de essentie is: liefhebben.

En we zouden met ons tweetjes gaan eten. Cadeaus gaven we nooit aan elkaar voor onze verjaardagen, we gingen samen eten, dat was het cadeau. Tijd geven aan elkaar, kostbaarder dan alle mogelijke cadeaus samen. Ik zou zo graag nog wat tijd gekregen hebben.

Als ik opnieuw zou mogen beginnen, zou ik je vroeger zoeken en langer vasthouden. Maar ik heb toch maar geluk dat ik jou tegen gekomen ben.

Gelukkige verjaardag lief!

Nele- geschreven op 24 maart, Tas zijn verjaardag, 3 jaar, 6 maanden en 16 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

We vergeten je niet.

Ons wonder van een meisje

Ze zit naast me in de wagen. Groot, nu ze – eindelijk – 8 jaar geworden is. De nostalgie die ik al de hele week opspaarde overmant me, terwijl ik bedenk dat ze slechts 4 was, toen … Krampachtig probeer ik het voor me te houden. De cijfers dansen in mijn hoofd. Ze is dubbel zo oud, dubbel zo wijs. Oh, my god, we zijn in het vierde jaar. De tijd vliegt razendsnel. Hoe trots zou hij zijn op haar, ons wonderlijk meisje!

Ik probeer mijn gedachten en gevoelens te onderdrukken terwijl zij vertelt over de fijne scoutsnamiddag. We zijn op weg om haar broer, haar wingman, op te halen van een feestje. De radio staat aan en er galmt één of ander lied over de liefde door de auto. Ik hou van praten in de auto, zonder elkaar aan te kijken en toch heel dicht bij elkaar. Sommigen van mijn beste gesprekken met Tas, met mijn vader vonden plaats hier op deze plek.

En dan begint ze plots te huilen. Zachtjes, maar de tranen rollen onmiskenbaar over haar wangen. Ze doet het vaak, mijn kleine wonder. Schijnbaar zomaar. Vorige week nog. En ik bedenk hoe kwaad ze was op Tuur en mij die haar tranen wilden bedwingen. We wilden troosten, en vooral we wilden dat ze ophield. Ze was kwaad toen ze ons duidelijk maakte dat ze eens gewoon wil huilen. Dus met al mijn wilskracht laat ik haar. Dit haat ik het meeste: het verdriet van mijn kinderen zien. Ik neem haar kleine handje in de mijne (leve de automatische auto). En zo troost ik alweer.

Ik vraag het haar: wil je eens wenen? Ik weet het, het doet pijn en het blijft verschrikkelijk oneerlijk. Schokkend vraagt ze: ‘Mama, waarom ween jij eigenlijk zo weinig voor jouw mama?’. Deze vraag had ik in de verste verte niet zien aankomen. Ik hap naar adem en kan geen kant meer uit. Alle opgespaarde tranen van de laatste week, of is het van de laatste 30 jaar rollen naar beneden. Ik kan geen woord meer uitbrengen.

Subtiel verandert haar handje dat ik troost in een troostend gebaar. We houden elkaar stevig vast, alleen zo overleven we deze momenten.

Kan ik zeggen dat het gemis altijd even pijnlijk blijft, maar dat de frequentie naar beneden gaat? Welk toekomstbeeld schets ik? Zeg ik wat ze altijd tegen mij zeggen: ‘geef het tijd’? Maar wat moet je aan met zo een flauw antwoord? Vertel ik dat het uiteindelijk dan toch gemakkelijker zal gaan?

Eindelijk vind ik mijn woorden terug. ‘Ik weet het schatje, het doet pijn en ook het gemis van mijn mama en papa doet pijn. Maar ik beloof jou dat je nog echt gelukkig zal worden. Misschien als je later zelf mama bent en iemand graag ziet.’ En dan raak ik haar (en mijn) schrik aan. ‘Mama, wat als ik hem vergeet? Ik wil hem niet vergeten! Maar ik vergeet!’

Ik kan terug ademen, want daar weet ik antwoord op. Daarom schrijf ik alles voor jou en Tuur op! Ik zoek alle verhalen in mijn hoofd en schrijf ze op, dan is het niet erg dat je vergeet. Ik verzamel verhalen, zoals foto’s want dat zijn kostbare geschenken. En ze zijn allemaal voor jullie.

We zijn op onze bestemming aangekomen. Vakkundig drogen we onze tranen weg. Geen mens zal het zien, we zijn pro geworden in het terug opbergen van onze gevoelens en onze gezichten opnieuw in de plooi te brengen. Hand in hand stappen we het feestgedruis binnen om onze liefste Tuur terug op te halen.

Ze loopt naast me. Groot, nu ze – eindelijk – 8 jaar geworden is. Ze was slechts 4 , toen … Dubbel zo oud, dubbel zo wijs. Hoe trots zou hij zijn op haar, ons wonderlijk meisje!

Nele – Geschreven 3 jaar, 5 maanden en 26 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.