Helden

Het zijn twee helden, Tas, jouw kinderen. Je zou zo verschrikkelijk trots op ze zijn. Waarom toch die verdomde ‘zou’.

Tuur was zes toen jij zo plots verdween uit zijn leven. Nu is hij al acht en voelt zich een hele man. Een jongen die ’s middags al eens alleen naar school fietst, zonder morren huiswerk maakt en als de beste voor kleine meisjes kan zorgen. Hij kan fijntjes glimlachen om de uitspraken van zijn zus, en voelt haarscherp aan wanneer het weer eens tijd is om wat meer zijn mama te helpen met de klusjes. Als een grote vent gaat hij elke zaterdag naar de welpen in zijn uniform. Zijn verjaardag hebben we dit jaar uitgesmeerd met vele feesten. Hij geniet ervan, en ik voel me elke keer helemaal alleen zonder jou aan onze zij. Oh, Tas kon je hem nog maar een keertje zien en hem dan zeggen wat een geweldige vent hij geworden is.

Louise was een kleintje van vier, nu is ze met haar vijf één van de grootste kleuters. Ze is ons zonnetje in huis, altijd vind ze een spel om te spelen. Ze maakt vrienden aan de lopende band. Sinds dit jaar zit ze op écht ballet, en met haar lange haren geniet ze van het dansen. Vandaag kreeg ze buisjes in haar oren. Tussen de huilende kindjes was onze dochter een flinke, lieve meid die blij was omdat ze ontbijt op bed kreeg na de operatie. Maar een beetje pijn vertelde ze en geen traan gelaten. Toen ik thuis zei dat ik morgen nog naar de dokter moet bellen vroeg ze me: ‘waarom?’ Ik vertelde dat de dokter dat had gevraagd. ‘Mama, zei ze, ‘dat is niet zo belangrijk hoor. Weet je wat belangrijk is? Niet doodgaan!’. Ze heeft het vandaag zo goed gedaan, en ik miste je aanwezigheid nog eens dubbel en hard. Oh, Tas kon je haar nog maar een keertje knuffelen en haar dan zeggen wat een mooie meid ze geworden is.

Ze zijn mijn helden, die twee! En ik vind het verschrikkelijk dat je dat niet meer kan meemaken, Tas. Je had het zo verdiend om die twee geweldige kinderen te zien opgroeien.

Nele – geschreven 1 jaar en 21 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

 

Opiniestuk

Het is eigenlijk niet mijn bedoeling… om opinies en politiek op deze blog te posten. En toch, het laat me niet koud. En ik kan het voor één keertje niet laten.

Bart De Wever, niet bepaald de politicus waarop ik gewacht had en waarin ik vertrouw. Uitgerekend hij, zet me aan het schrijven. Zijn emoties die nu overal geëtaleerd worden, zijn ook voor mij de essentie van het bestaan. ” En altijd is het zo geweest dat de liefde haar eigen diepte niet kent dan op het uur van de scheiding.” is een zin die vermoed ik van Vasalis komt. Ze zegt hetzelfde. De essentie is de liefde. Het is het enigste dat overblijft.

En dan hoor je allerhande reacties. De één al erger dan de ander. En wat me nog het meest verbaasd is dat een groot deel van de mensen vind dat emoties niet mogen meespelen in de politiek. Ik hoorde vandaag op tv een burgemeester, ik weet zijn naam al niet meer, nota bene een partijgenoot van De Wever, zeggen dat politiek vrij moet zijn van emotie om dan doodleuk zijn punt uit te leggen dat er te weinig ondersteuning is voor de kleine gemeentes om zich te wapenen tegen IS. Is angst dan geen emotie meer? Want ik neem aan dat daaruit deze politieke overtuiging voorkomt.

We leren het gewoon niet, sociaal-emotioneel denken. En we leren al helemaal niet hoe die emoties te uiten en hoe om te gaan met mensen die emoties uiten. In de politiek, de mensen die ons beleid bepalen,  is het zelfs verboden. In het onderwijs komt het bijna niet aan bod en in onze opvoeding weten we er geen raad mee.

Tuur kwam vandaag, na even bij een buurjongen te spelen misnoegd thuis. Ik vroeg hem: ‘Ben je boos?’ ‘Ja!’ was het duidelijke antwoord. ‘Op mij?’ zeg ik, terwijl ik eigenlijk heel goed weet dat dat niet het geval is. ‘Nee’, zegt ie. En dat doet hij iets waar ik eigenlijk ondersteboven van moet zijn. Mijn zoon, die zo moeilijk zijn emoties onder woorden kan brengen zegt: ‘Ik weet eigenlijk niet of ik boos ben of verdrietig, maar in mijn buik zit het niet goed’. En dan doe ik wat ik (samen met duizenden anderen) het liefste wil. Ik wil dat die negatieve emoties verdwijnen en kietel hem, hou hem zelfs ondersteboven.

Nu denk ik, gemiste kans!  Ik wil terug naar dat moment en hem vertellen wat fantastisch het is van hem dat hij dat kan zeggen. Dat hij zijn gevoel uit en helemaal onder woorden kan brengen. Dat hij zijn verdriet en boosheid kanaliseert op een manier die velen onder ons al lang afgeleerd hebben. Dat hij een kanjer is, en dat boos zijn en verdrietig zijn heel normale gevoelens zijn. Dat het leren (h)erkennen van gevoelens bij jezelf en anderen ongelooflijk belangrijk zijn in het leven. En het verwoorden ervan heel moeilijk is.

Ook in de politiek zijn gevoelens normaal en voor mij mag het zelfs meer. Verdriet om de pijn in de wereld, boosheid om het onrecht in de wereld, … dit zien en er dan nog iets mee doen.

En Bart De Wever, die wens ik toe dat hij – nu hij het uitgesproken heeft – die essentie vasthoud. Zo staat het ook op het graf van mijn ouders: ‘Alleen de liefde, de liefde alleen is eeuwig’.

Nele – geschreven 1 jaar en 18 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

Tussen vroeger en nu

Het was Tas zijn idee om in Merelbeke te gaan wonen. In mijn ouderlijke huis. Ik heb nog even tegen gesputterd. Terugkeren … dat stond niet in mijn plannen. Ik heb zelfs even gedacht aan de andere kant van de wereld te gaan wonen. Maar toen meer en meer duidelijk werd dat dat huis met tuin en obligate ‘kot-voor-Tas’ niet betaalbaar was in Gent hebben we de knoop doorgehakt.

Nu woon ik in onze wijk, een wijk die ik erfde van mijn ouders, vol vrienden van mijn ouders. Een wijk waar Tas en ik in investeerden, want we droomden van ouderraden en vrijwilligerswerk. Ik heb heel mijn leven vrijwilligerswerk gedaan, met uitzondering van de paar jaar dat de kinderen wel heel klein waren. Maar de vriendschappen die groeiden uit samen engagementen opnemen zijn onverwoestbaar. En de jeugd die ik had in de scouts waar ook mijn ouders betrokken waren, was betekenisvol.

Tuur zit in de scouts waar ik me heel lang thuis voelde. Hij startte pas vorig jaar. Tas heeft het niet meer geweten. Het is er vreemd, bevreemdend om er rond te lopen. Alleen, zonder Tas aan mijn zij, zonder dat ik de verhalen van toen met hem kan delen. Een leven van voor hem en na hem gecombineerd. Een vreemde mix van verdriet, heimwee en een toekomst voor de kinderen.

Op de bots (want ik heb geen enkele andere agenda dan die van mij en de kinderen waar ik rekening mee moet houden) bleven we dit weekend eten op de happening. Even dacht ik, wat doe ik nu, ik heb met niemand afgesproken, ik ken hier niemand. Stom van me, … Want niets is minder waar, ik ken er mensen van vroeger en nu. En de kinderen kennen er kinderen van op school en maken er nieuwe vrienden.

Het was een fijne avond, slingerend tussen lang geleden en dingen die nog komen moeten. Ik miste Tas elke minuut. Maar ik kon het vertellen en delen met zoveel mensen om me heen.

De kinderen waren losgelaten en zwerfden over het terrein. Tuur maakte kampen en Louise volgde trouw haar schoolvriendje. Midden in de massa, kreeg Louise het moeilijk. Ze had ergens foto’s gezien en die deden haar aan papa denken. Het lawaai van de mensen overstemde haar wenen, en de tranen prikten achter mijn ogen. Genoeg geweest voor een avond. Het was fijn geweest, maar nu waren we op de grens van ver verwijdert van Tas. Samen fietsten we door de donker terug naar huis.

Onze thuis, die er zonder Tas niet had geweest.

Nele – geschreven 1 jaar en 11 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

 

Op een bankje in de zon

Op een bankje in de zon, vandaag, was er iemand die luisterde. Op een bankje in de zon, vandaag, was er iemand die vertelde. Want als je goed luistert dan hoor je ieders verhaal.

Dan weet ik weer dat de omvang van verdriet in deze wereld zo oneindig groot is. Luisteren is het enigste dat we kunnen doen. En luisteren is meer, veel mee dan iemand laten uitspreken. Luisteren is voor mij belangrijker geworden dan raad geven, dan antwoorden klaar hebben. Want die antwoorden zijn er niet. Niet op het waarom? Niet op het hoe-kon-dit- nu-gebeuren?

Luisteren, is meer dan horen wat de ander zegt, het is ook zien wat de ander voelt en meemaakt. Luisteren, is meer dan zelf voelen, het is even mee de diepte ingaan. Dat luisteren vraagt moed en inlevingsvermogen.

Luisteren ook naar kinderen die uiteraard ook voelen zoals wij. Ze zeggen het elke dag mijn kinderen, meestal gewoon letterlijk: ‘ik mis papa zo’. Ik kom soms mensen tegen die schrikken van het feit dat ze daar nog elke dag mee bezig zijn. Ik schrik van hun idee, alsof kinderen zouden vergeten dat ze ooit eens een papa hadden.

Ze vinden momenten, de kinderen, waar ze het even proberen te negeren. Als ze spelen, als ze vrienden om zich heen hebben. Er is niet zoveel verschil met mijn gedrag. Uren kijk ik naar series, zodat ik even in een ander verhaal zit en de realiteit kan verdringen. Ik voel het in heel mijn lijf als het einde van een aflevering nadert, dan komt er weer een zware golf aan, die me terug naar de realiteit dwingt.

Inslapen gaat meestal moeilijk, zowel bij hen als bij mij. Als dan uiteindelijk de slaap je even verlost van het gemis en het verdriet dan gaat de wekker weer veel te snel. Dan roep ik de kinderen op uit een diepe slaap. En dan voelen we weer een golf over ons heen spoelen. Ook vandaag zullen we hem missen moeten.

Ik weet niet zeker of je verdriet kan delen, de omvang blijft hetzelfde. Maar ik denk dat iemand die luistert je even verder helpt. Een moment waarop iemand mee de golven instapt, iemand die even je hand vasthoud. Zoals hij het deed, elke keer als ik verdriet had. Gewoon naast ons staan.

Zo probeer ik letterlijk en figuurlijk af en toe Louise en Tuur hun hand vast te houden, zodat ze misschien recht blijven staan midden in deze storm. En dan antwoord ik ‘ik mis hem ook, ik mis hem ook zo verschrikkelijk hard’. Want een ander antwoord bestaat er niet.

Nele – geschreven 1 jaar en 6 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

 

Meedogenloze tijd

Meedogenloze tijd.
Wat wil ik graag verdwijnen. Onhoorbaar en onzichtbaar worden.

Verdrinkend in de golven. Murw geslagen en gevoelloos.
Zwarter dan zwart fladderen de momenten als in een film voorbij.
Had ik maar .., had jij maar …, was maar …Het verleden staat voor altijd vast. De knop replay is vastgeroest.

Meedogenloze tijd.
Wat wil ik graag verdwijnen. Onhoorbaar en onzichtbaar worden.

Kon ik maar mijn hand in de jouwe leggen, en samen verdwijnen in het niets. Een goedkope versie van Romeo en Julia, eentje waar de kinderen meegaan. Voor altijd samen.
Of anders, gewoon maar voor even.

Meedogenloze tijd.
Wat wil ik graag verdwijnen. Onhoorbaar en onzichtbaar worden.

Liefde houdt ons overeind. Kleine gebaren, de hele dag door. Samen iets in de boom hangen, stiekem geluk meenemen naar school, brandende kaarsen aan de deuren van de buren, een boeketje bloemen geleverd, gedeelde koffie met koeken als ontbijt, een kaartje en een kaars …

Nele – geschreven een jaar na die verschrikkelijke 8ste september 2015

Onder water
grif ik je naam
in de granieten bedding
van mijn stroomgebied.

Tussen de wieren
van het verleden
flitsen pijlsnelle vissen
als messen voorbij.

Alleen in de diepte
mag ik je voortaan ontmoeten:
mijn ware tegenstroom,
mijn lief.

Het staat vast
dat je dood bent.

Hanny Michaelis

 

Blijven ademen

Zo voelt het soms, gewoon blijven ademen, het is het enigste dat ik nog kan. En ik besef het meer en meer dat ik zelfs dat ademen niet goed doe. Want als je oppervlakkig ademt, dan voel je de pijn niet helemaal. Dan kan die je niet helemaal overspoelen en meevoeren naar plaatsen die je gek maken.

Ik verschiet zelf vaak van het feit dat rouwen een fysiek iets is. Het doet pijn, fysiek pijn. Ik wil geen afbreuk doen aan de pijn van anderen of pijn die ik vroeger voelde, maar de pijn die er nu is … Geraakt in mijn kern is het zwaarder en hardnekkiger dan de pijn die ik voelde bij de dood van mijn moeke en die van bij de dood van vake.

Ik geloof niet in een pijnvrij lijf, maar ben uiteindelijk een paar weken geleden toch naar een kinesist gestapt. Wat zijn de klachten? Pff wat een intake. Maar ik zette door, en nu helpt hij me waar hij maar kan. Piepkleine stappen. Mijn schouders en mijn rug, dat kan ik nog gemakkelijk aanduiden en hij moest maar even voelen om te merken dat de blokkades werk zullen vergen. Met een klein hart, want ik weet dat als hij ergens iets losmaakt, het op een andere plek voelbaar zal zijn. En ik weet niet zeker of ik klaar ben om helemaal te voelen.

Elke keer weer, vraagt hij vriendelijk waar ik nu klachten heb. Maar ik kan ze niet altijd aanduiden. Ik voel pijn op de meest vreemde plaatsen. Op dit moment doet, naast de obligate hoofdpijn, mijn linker pols verschrikkelijk moeilijk. Soms stekende pijnen, soms zinderende, zeurende pijn. In mijn voeten, mijn handen, mijn hoofd en mijn maag, in mijn rug en mijn schouders, mijn kuiten en mijn borsten. En na een slechte nacht branden mijn ogen.

Verschrikkelijk moe word je van pijn voelen, een hele dag (en een nacht) door.

Mijn kinesist daagt me elke keer uit om terug te ademen. ‘Jij ademt veel te oppervlakkig, dan krijg je te weinig doorbloeding, dan krijgen je organen (waar emoties ook te voelen zijn) te weinig zuurstof.’ Ik doe braaf de oefeningen als ik daar ben. ‘Probeer thuis nu ook maar wat ademhalingsoefingen te doen. Voor het slapengaan bijvoorbeeld, dat zal je helpen bij het inslapen.’

Ik weet het wel, maar eerlijk weet ik niet zeker of ik dit wel kan, of ik dit wel wil. Dan zal die andere pijn me opnieuw overspoelen. Ik weet niet of ik na een jaar nog sterk genoeg ben om dan te blijven staan. Soms denk ik, ik adem toch! Ik word gek en wil soms gewoon dood zijn, mijn lijf luistert gewoon niet helemaal naar wat ik wil. Het blijft maar ademen, ook al is het oppervlakkig.

Soms raden mensen me aan om yoga te gaan doen, tegen de pijn. Maar oh nee, daarvoor moet ik te goed ademen. Anderen denken dat als ik terug mijn saxofoon opneem, dat het mij dan zal helpen. Dit weekend antwoorde ik het zo – tegen iemand die me zou helpen beter te leren spelen – toen hij me vroeg of ik al terug speelde. ‘Daarvoor heb ik te weinig lucht in mijn longen, daarvoor kan ik nog niet goed ademen’. Hij snapte het onmiddellijk.

Ik las er laatst toevallig een artikel over. Niet-ademers werden ze genoemd. Mensen die hun adem op moeilijke momenten zo stil mogelijk houden, om maar niet te veel te voelen. Voorlopig blijf ik nog even bij die groep, daar hoor ik even thuis.

En ondertussen doet mijn lijf toch wat het wil.
En ondertussen doe ik gewoon verder ‘gewoon blijven ademen’.

Nele – geschreven 11 maanden en 26 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

jstbrth

Wat een geluk dat ik jou gevonden heb

Tas,

Ik had het nooit durven dromen, dat ik je zou tegenkomen in mijn leven.
Plots was je er! En zeer snel was je een deel van me, zo eenvoudig, zo vanzelfsprekend.
Je zou er altijd voor me zijn. En ik voor jou! Wat een geluk dat ik jou gevonden heb.

Ik had het nooit echt voor mogelijk gehouden, dat je zou weggaan bij ons.
Plots was je er niet meer! En geen dag, geen uur gaat voorbij dat ik je niet mis.

Dag 359 zonder jou.Een eerste schooldag. Een nieuwe boekentas en een nieuwe start.
Hoe kan iets nieuw zijn, hoe kan iets starten zonder jou?

Tas, het is alsof ik in een luchtbel zit. Onder een glazen stolp met mijn ziel onder mijn arm, gebroken en alleen. Het is vreemd, Tas, de wereld gaat door. Ik kijk er vol verbazing naar. Niet begrijpend. Er is alleen nog ‘Er was eens’. Nooit meer ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’.

Ze zeggen me ‘jij geraakt er wel’ of ‘wat een sterke vrouw ben jij!’. Maar ik wil er niet geraken, ik heb geen idee waar dat dan zou zijn. Ik veronderstel dat op die plek waar ik moet geraken jij ook al niet zal zijn. En ik ben niet sterk, dit heeft niets met sterk zijn te maken. Enkel met overleven.

Maar het was wel een geluk dat ik jou gevonden heb, alleen is dat geluk nu weg. Voor altijd en altijd. Want jij bent dood!

En ik adem in het luchtledige.

Nele geschreven 11 maanden en 22 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015