De mama van Tas
Mijn schoonmoeder, ze was al oud toen ik ze leerde kennen, in de zeventig.
De mama van Tas. Een stuurse vrouw die haar part verdriet en overleven al gehad had in het leven. Toen al! Een vrouw van weinig woorden. Duidelijk vanaf de eerste dag dat ik haar ontmoette. Dat ik haar zoon graag zag? ‘Ja, ja’. Eerst zien en dan geloven, dat had het leven haar zo geleerd.
Mijn schoonmoeder, ze had de touwtjes stevig in handen. Die touwen is ze nu kwijt. Haar hersenen spelen een spel met haar. Ze heeft geen vat meer op de tijd. Ze verhuist in enkele minuten van haar ziekenhuiskamer naar een plaats van lang geleden naar haar huisje in Lennik. Ik haal haar zachtjes elke keer terug naar de realiteit, naar haar ziekenhuiskamer waar het normaal is dat haar trouwfoto niet hangt. ‘Een mooie man hé?’ vroeg ze me altijd als ze ernaar keek. Ik knikte en vond stiekem de mijne mooier.
De mama van Tas. De Parkison nam zelfs haar glimlach af. Haar stuursheid heeft haar hele gezicht overgenomen. Maar haar ogen staan helderder dan ze in tijden hebben gestaan. In haar ogen lees ik verdriet, een moeder zou haar kind niet mogen overleven. We lezen ons gemeenschappelijk verdriet in elkaars ogen waar de tranen prikken. Dat ik haar zoon graag gezien heb? Ja, ze weet het nu wel zeker.
Mijn schoonmoeder, ze hield van de kleine dingen en zorgde ervoor dat haar voorkomen naar behoren was. Nu staart ze naar haar handen en armen. Ze vindt ze oud en lelijk en snapt niet waar de tijd naartoe glipt. Ik streel haar bevende handen.
De mama van Tas. Hij was zo bezorgd over haar gezondheid en gunde haar een optimale verzorging. Eentje van 24u op 24u. Zij voelt zich opgesloten in deze ziekenhuiskamer met tropische temperaturen. Seizoenen moet je niet zien uit een raam, die moet je voelen op je huid. En als de verpleegster me verteld over hoe ze weigert haar medicatie in te nemen, voel ik weer even haar wilskracht. Na een leven vol pillen slikken, krijgt ze nu schrik. En als ik hoor hoe ze zelfs een glas water in die andere verpleegster haar gezicht smeet, moet ik innerlijk glimlachen. Misschien wel haar laatste opstandige daad.
Mijn schoonmoeder. Ze is haar opstand vast al vergeten. Net zoals zoveel. Waarschijnlijk weet ze niet meer dat ik daar was, denk ik, terwijl ik terug huiswaarts rij. Ik wist niet meer wat ik haar wensen moest toen ik afscheid nam. ‘Slaap straks dan maar lekker!’ was het enigste dat ik bedenken kon.
Het leven was hard voor haar, ik hoop dat de dood dat niet zal zijn. Hou je het nog even vol, mama van Tas? Ik kom zo snel ik kan terug.
Nele – geschreven 1 jaar 1 maand en 22 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.