van streek

Schrijven helpt, … tegen al die verschillende gevoelens … al die verschillende reacties. Ik weet zo vaak niet wat ik ermee moet. Het zijn vaak de kleine dingen, de kleine opmerkingen die me van streek maken. Onhandigheidjes van mensen in hun zeggen en hun doen. Of gewoon mooie gebaren tussen mensen.

Een liefdevol gebaar tussen een man en vrouw, een koppel dat hand in hand loopt, een traktatie voor een blijde gebeurtenis in iemands leven op een verkeerd moment voor mij, iemand die achteloos verteld over het gemis van iemand die twee daagjes weg is, iemand die denkt te helpen door te relativeren, …

Deze dingen veroorzaken telkens een steek van gemis. Vanbinnen ben ik dan helemaal van streek.

En dan probeer ik glimlachend de pijn te verbijten. Pijn die soms fysiek aanwezig is. Een koude rilling die over mijn lijf rolt.

En dan probeer ik me in te leven in de gelukzalige onwetendheid. Niet weten hoe smart smaakt, niet weten hoe eenzaamheid verpletterd, niet weten hoe rauw verdriet aanvoelt.

En dan probeer ik het de ander niet kwalijk te nemen. Geen verbittering te voelen bij het geluk van iemand.

En dan probeer ik het niet te laten merken. Dan probeer ik de dagelijkse realiteit te laten voor wat ze is en niet te reageren.

Alleen … als ik het niet laat merken, dan kunnen anderen ook niet anders gaan doen. Het maakt me zwaar en ’s avonds ben ik vaak uitgeput. Ik blijf maar zeggen tegen mezelf. Het is niet erg, het is maar tijdelijk. Hij komt wel terug.

Kwam hij maar terug!

Nele – geschreven 6 maanden en 23 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

 

DSC00420

 

op de sofa bij de therapeut

Ik kan dat niet goed … het is geen kwaliteit van me … op de sofa praten over mezelf. Ik kan praten hoor, als de beste, … Dat zou Tas beaamd hebben. Maar bij een therapeut, een psycholoog of dokter voelt het altijd vreemd aan. Iemand die betaald wordt om met mee te leven. Iemand die allerhande theorieën aan me toetst en me meegeeft. Theorieën die ik ken, of lees. Ik heb steeds het gevoel dat ik in de realiteit sta en dat de theorie daar soms heel ver van kan staan. Natuurlijk geloof ik dat die afstand ervoor kan zorgen dat een psycholoog of therapeut ziet wat ik niet zie. Maar omgekeerd denk ik ook elke keer dat zij niet zien wat ik zie. Dat zij niet voelen wat ik voel. Moeilijke relatie.

Ik heb wel al wat ervaringen met allerhande dokters, psychologen en therapeuten. Eigenlijk zijn dat vooral negatieve ervaringen (een enkeling buiten beschouwing). Maar daar wil ik het niet over hebben. Ik probeer meer aandacht te geven aan het positieve dan aan het negatieve. Al is dat vaak een verschrikkelijk moeilijke opdracht.

5 jaar geleden toen ik weer ging werken na de dood van vake en de geboorte van Louise overviel smart en rouw me erger dan net na het verlies. Ook het verdriet van de te vroege dood van mijn moeke overspoelde me. Een vriendin van me wees me de weg naar een rouwtherapeute. ‘Evamaria’, de naam alleen al zou mijn vader vertrouwen geven. Iemand die wist waarover ze praat, iemand die door haar ouderdom en zachtheid ook mijn vertrouwen won. Ik ging slechts 5 keer. Maar haar gsmnummer stond voor altijd vast in mijn telefoon. Het gaf me steun, gewoon dat nummer te hebben.

Nog geen maand na Tas zijn dood belde ik haar op. Ze was onmiddellijk daar! Ook al was het aan de telefoon, ze voelde nabij. Ik heb maar 3 keer met haar afgesproken. Ze voelde de negatieve ervaringen met anderen haarscherp aan. En ik kreeg onuitgesproken de toestemming om het anders te doen. Ik ga niet meer op de sofa bij haar, ook al is het daar goed. Ik lees haar theorieën in haar boeken en heb haar nummer heel dicht bij me. Ze reageert op mijn blog en mijn Facebook berichten. Ik weet dat ze er zal zijn als ik haar nodig heb.

Waarom helpt zij me wel en anderen niet?

  • omdat ze me laat in mijn verdriet en naast me gaat staan, zonder oordeel, zonder al te veel raad en zelfs zonder opbrengst.
  • omdat ze betrokken is en vertrekt vanuit haar buik
  • omdat ze me sleutels gaf om het anders te doen
  • omdat ze oprecht en echt is
  • omdat ze wetende is
Ik ben haar heel dankbaar daarvoor. Dank je wel Evamaria!
En zoals zij zou zeggen, dit is mijn proces en bij een ander is dat anders. Want ieder van ons is uniek en elk rouwproces is dat dus ook. (Ga je dus wel naar een therapeut die je veel helpt, dan zal ik dat ten volle begrijpen.) Op haar Facebook ontdekte ik deze afbeelding … Het zegt alles – of toch oneindig veel over rouwen.
Nele geschreven 6 maanden en 21 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.
535290_10153410062346860_8924252739122586740_n
Hoe ik rouw in een afbeelding gegoten.

 

wat is de zin van leven

Waarom leven we … waarom? Ik ben het helemaal kwijt. Krijgt leven alleen betekenis omdat er dood is?

Vandaag is het Pasen. De tijd van hoop. Is dat zo? Ik heb het zo moeilijk met geloof. Wat is dat toch met geloof en lijden? Kan Pasen alleen maar bestaan doordat er Aswoensdag, Witte Donderdag en Goede Vrijdag is? Ik weet dat ik me op glad ijs begeef als ik godsdiensten vergelijk, maar naast het goeds dat eruit komt is er zoveel kwaads. Daar kan je toch niet naast kijken.

Leven kan er alleen maar zijn doordat er dood is. Kan vertrouwen er dan alleen maar zijn als er ontrouw is? Bestaat teder enkel omdat er ook ruw is? Kan je je maar warm voelen omdat er ook koud moet zijn? Krijgt liefde enkel bestaansrecht omdat er haat is?

Versta me niet verkeerd. Ik ben jaloers op diegenen die echt geloven. Ik kan het niet, ik zie het niet. Soms spreken de kinderen over de hemel, al verstaan ze het zelf ook niet helemaal. Net na de dood van Tas kregen ze enkele ballonnen met helium in, om naar papa te sturen met een boodschap. Tuur en Louise keken vreemd. Papa ligt onder de grond, wat moeten we dan met ballonnen die naar boven vliegen? Ik probeerde het uit te leggen dat sommige mensen geloven in een ziel en wat dat dan is. Waarschijnlijk krijg ik het niet uitgelegd omdat ik er zelf geen snik van begrijp. Ze keken na mijn uitleg nog vreemder. Een ziel? Tuur zei letterlijk :’ Ik versta het niet’ en Louise beaamde dat. We hebben dan maar met ons drieën besloten dat dat het is. Dat we er niets van begrijpen.

Straks rapen we paaseieren. Gewoon, omdat we dat al altijd deden en omdat chocolade lekker is. De betekenis erachter ben ik al even kwijt.

Ik heb het alleen maar koud en ben de liefde kwijt. We zijn eindeloos alleen.
Mijn lief, waar ben je?

Nele – geschreven 6 maanden en 19 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.

 

DSC00218
lief

 

 

 

verjaardagscadeau

Lieve Tas,

vandaag zou je een jaar ouder worden … vandaag zouden we vieren …
het zijn vreemde tijden, terreur, angst en verdriet regeert het land, onze gedachten en ons hart.

Tuur is bang, bang om naar school te gaan, bang om te slapen. De gebeurtenissen van de voorbije dagen, doen ons beseffen dat er zo veel, heel veel kinderen zijn. Kinderen die bang zijn na wat ze gezien hebben. Kinderen die een ouder verloren hebben. Kinderen die gewond zijn. Maar vooral kinderen en mensen die bang zijn voor de willekeur van geweld. Ditmaal dicht bij huis. We weten allemaal dat het iets verder van huis dagelijkse kost is.

Hoe kunnen we nog leven in deze vreemde realiteit? Hoe kunnen we nog functioneren? Hoe kunnen we de zinvol verder gaan?

Ik kan Tas geen cadeau meer geven. Daarom zou ik de hele wereld en zeker alle mensen die dit alles van dichterbij meemaken een cadeautje willen schenken. Het is het tegenovergestelde van wat ze ongetwijfeld voelen. Het is vertrouwen en relativeringsvermogen.

Ik weet het: niet evident om aan te nemen. Ik kan het zelf niet altijd opbrengen… om te vertrouwen in het leven, om te relativeren wat er rondom me gebeurd.

Ik probeer het wel elke dag mee te geven aan mijn kinderen. Ik geef het aan mijne Tuur die de wereld op zijn schouders draagt en diep meeleeft met alle getroffenen. 7 jaar maar hij begrijpt het. Ik geef het aan mijn Louise aan wie we niets vertelden over Brussel. Ik geef het aan de mensen die ik ken die in Zaventem waren of op de metro stapten. Ik geef het aan hen die ik niet ken en aan iedereen die het kan gebruiken.

Het is het enige antwoord dat ik heb.

Nele – geschreven op 24 maart Tas zijn verjaardag
lief, gelukkige verjaardag, ik zie je graag en ik mis je!

Elk een eigen manier

‘En nu moet het gedaan zijn’ zei Tuur me op een heel volwassen en kordate manier. ‘Er mag niemand nog een brief naar je sturen. Ik wil niet meer dat ze je doen wenen.’ Ik kon ze niet tegenhouden. Die tranen… Alweer eens niet gelukt.

Ik neem het me wel voor en probeer het zo veel mogelijk. De ene dag gaat dat beter dan de andere. Tuur vind het niet leuk. Ik leg hem uit dat wenen voor mij wel helpt in mijn verdriet. Hij snapt het. Hijzelf wil nooit meer wenen zegt hij dan. En inderdaad hij weent niet voor zijn papa. .

Tuur knutselt hele dagen dingen in elkaar. Een beker met erop jij bent mijn nummer 1, papa. Een tekening met bijhorend bijschrift ‘mama en Louise ik zie jullie graag’. Het liefst wil hij knutselen met hout en beitels en hamers en machines. Met al dat materiaal van papa in het kot.

Tuur fantaseert. Dat papa nog leeft en heel de tijd op zijn werk is. Dat ie dan ’s nachts een kusje komt geven. Of hij droomt dat papa nog leeft maar de weg naar huis kwijt is. ‘Hij zoekt ons mama, maar hij vindt ons niet.’

Louise heeft veel nood aan alleen zijn. Ze trekt dan naar boven op haar eentje en speelt eindeloos rollenspelen. De ene keer verkleed, de andere keer met de poppen of Playmobil. Er gaan er velen dood. Ze vertelt geheimen aan haar beren, haar knuffels en af en toe aan mij. Ze heeft leren fluisteren als de beste en komt vaak iets in mijn oren zeggen. Soms voel ik daarin angst. Als we Tuur niet direct vinden aan de schoolpoort fluistert ze: ‘Tuur is dood’.

Louise is bang van de dood. Soms raakt ze in paniek,’ ik heb hier pijn, ik ga toch niet dood, mama?’

Tuur nam vorige week een gitaar vast en tokkelde zijn eigen lied. ‘Ik ben dood, en ik ben zo blij want dan ben ik bij papa. Louise is ook dood en dat is fijn.’ Toen Louise vreemd opkeek bij zijn lied veranderde hij van koers. ‘Gelukkig viel Louise uit de hemel en was ze terug thuis.’

We hebben geleerd dat we het alledrie anders doen. We hebben vooral geleerd dat we elkaar daarin moet respecteren. Tuurke, laat Louise nu maar even alleen. Louise, Tuur is boos laat hem nu maar.

Wat mijn kinderen vooral geleerd hebben is dat we elkaar nodig hebben. Ze weten, ze voelen en ik vertel het hen  eindeloos dat ik ze graag zie. En ze zien elkaar zo graag!

Nele – geschreven 6 maanden en 15 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

IMG_20151205_094004

 

Hulp vragen is een teken van vriendschap

Mijn vader heeft in zijn leven veel hulp gevraagd en ook gekregen. Hij leerde me het volgende:

Hulp vragen is een teken van vriendschap.

Ik vind het wel moeilijk om te doen. Help me en luister naar mijn verhaal, help me om iets praktisch te doen, help me bij de opvang van mijn kinderen, … En hoe verder de tijd gaat, hoe meer ik merk dat ik sowieso hulp moet vragen. Toen de kinderen griep hadden lukte het nog net, toen ik zelf geveld met koorts in bed lag moest wel iemand de kinderen even opvangen. ‘ s Avonds vergaderen vraagt wel wat praktisch geregel.

Ik vond de combinatie werk-gezin altijd al een moeilijk evenwicht. Nu nog meer. En ik werk niet eens zoveel. De kinderen willen ook niet teveel weg zijn, niet teveel babysits, … Vooral Tuur vind het lastig als ik wegga. Louise weet heel goed dat papa dood is en niet meer terugkomt en even had ze ook die schrik om mij te verliezen. Maar die is niet altijd aanwezig. Bij Tuur wel, elke keer als ik ’s avonds wegga voel ik dat hij het lastig heeft. Hij zegt het niet altijd. We hebben ook geleerd om het positief te formuleren. Tuur zegt liever dat hij altijd bij mij wil zijn dan dat hij niet bij me weg wil zijn. Mooi vind ik dat.

Ik vond het altijd al comfortabeler om in de helpende positie te zitten dan diegene die geholpen wordt. En nu heb ik geen energie meer over om te helpen.

In onze maatschappij is hulp vagen niet evident dat voel ik heel hard. Maar ik kan ook niet wachten tot iemand spontaan aanbied om die maandag te komen babysitten, want niemand weet dat ik dan een babysit nodig heb. En toch bieden zoveel mensen spontaan aan, ‘als ik iets kan doen Nele,…’ En weet je wat meer is, ze geven me aan dat ze het fijn vinden om iets te doen voor ons. Dat ze dan eindelijk het gevoel hebben dat ze iets betekenen. Dat ze verschil maken.

En eigenlijk is dat waar het om maakt. Dat we verschil maken voor elkaar. Dat we niet naast maar mét elkaar leven. Zoals Tas en ik elkaar ooit beloofden: in goede en in kwade dagen.

Nele – geschreven 6 maanden en 12 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

 

help

 

Stilte

Zaterdag hoorde ik het nieuws van Emiel. 7 jaar en van zijn fiets gereden door een motard. Beiden overleefden het ongeluk niet. Snel de radio uit! Ik was te laat. Het nieuws was binnengekomen. Heel hard.

Gisteren keken mijn zus en ik even wat anders naar onze 7-jarige zonen en dachten aan Tas. Niet te lang, want we vluchten voor deze gevoelens.

Vandaag kwam dan die mail. Emiel … je meter was de eerste die me zei dat ik moest schrijven over verlies. Ze weet wat het is, verlies … en nu… Verlies … niet te vatten.

Lieve A, in dit verschrikkelijke uur voor jou, je broer en je schoonzus, voor je hele familie… weet ik niet meer welke woorden ook maar iets zouden kunnen betekenen.

Dus … deze week is er stilte op mijn blog.

Nele – geschreven 2 dagen na 12 maart 2016 net zo verschrikkelijk als 8 september 2015.

 

Ijskoude kou

Nu het buiten warmer wordt, valt het des te meer op.
In mij wordt het steeds kouder. En het is niet figuurlijk bedoeld.

Mijn lijf bevriest soms, vooral ’s avonds overvalt een ijskoude rilling mijn lichaam om zich vast te zetten aan mijn botten. Het is geen gewone kou, het is een griezelige ijzige aanwezigheid. Alsof Tas mijn lichaam overneemt.

Dat vervreemden van mijn eigen lijf heb ik vaker. Dan kijk ik in de spiegel en heb geen idee wie die vrouw is die daar terugkijkt. Dan doen mijn handen en armen dingen terwijl ik er vreemd naar sta te staren.

Ik ga de kou en de vervreemding te lijf met warmte. De verwarming staat al meer dan een half jaar een paar graden te hoog naar Tas zijn goesting. De kersenpittenkussens geraken nooit meer de kast in en ’s avonds voor het slapen gaan neem ik een heet bad. Soms werkt het, vaak ook niet.

De lente komt eraan, eigenlijk wil ik dit niet. Eigenlijk wil ik deze hele situatie niet. Het overvalt me nog steeds elke dag, elk uur. Tas, kan je niet gewoon stiekem terugkomen. Ik zal je verstoppen voor de hele buitenwereld.

Ik wil graag een pact sluiten, mijn ziel verkopen aan wie het wil … als Tas maar terugkomt.

Nele – geschreven 6 maanden en 4 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

lente

 

cocooning

Ik zit in een cocon, in mijn eigen verdriet. Het is er soms warm en veilig en soms verschrikkelijk hard en koud.

Ik hou het nieuws van de buitenwereld heel ver van mij. Ik weet waarom ik dat doe, omdat ik nu niet kan filteren, omdat het onrecht in de wereld nu keihard binnenkomt. Het nieuws wordt niet opgezet, de radio verdraai ik naar een andere post en de krant gaat ongelezen van de brievenbus de papiermand op. Maar hoe hard ik ook mijn best doe, er druppelt af en toe nieuws binnen. In deze wereld is het dan ook ondenkbaar dat je je daarvan kan afschermen. Ondenkbaar en eigenlijk vind ik ook dat ik de mensen onrecht aandoe als ik wegkijk. Maar er is ook zoveel onrecht.

Ik hoorde al eens een theorie dat we door het internet en de snelle communicatie nu gewoon meer weten over onrecht. Maar ik denk dat het ook gegroeid is. En als ik zeg dat ik wegkijk dan hoor ik vaak dat ik niet de enige ben. We weten niet meer hoe we hierop moeten reageren. … Maar ik verkondigde vroeger wel eens, wegkijken van onrecht is misschien wel even erg.

Het probleem is dat ik niet weet hoe ik moet helpen.

En als ik dit schrijf dan blijf ik vinden dat mij en vooral de kinderen onrecht is aangedaan. Al is er geen schuldige aangeduid. En ik wentel en draai me daarin en gebruik het als excuus om me niet schuldig te voelen aan al de rest.

En dan probeer ik toch te relativeren. Ondanks alles hebben we het goed. Een dak boven ons hoofd, een relatief veilig gevoel, vrienden om ons heen, welvaart, veel te veel welvaart, een job en elkaar. Het allerbelangrijkste.

Alles is relatief. Alles is afhankelijk van het perspectief. Ik heb me altijd voorgedaan als iemand die probeert het perspectief van de anderen te zien.

Nu lukt het me niet altijd meer.

Ik heb het dan ook verschrikkelijk lastig met de kleine dingen in de wereld. Natuurlijk mag je aan me laten weten dat het lastig is dat je ziek bent, of dat je ruzie had met je man. Uiteraard is het corvee als je eens zonder je vrouw voor je kinderen moet zorgen. En ik weet ook wel dat ik het niet leuk zou vinden als ik een botsing had en mijn auto of mijn fiets was stuk.

Maar … net zoals ik me afscherm van onrecht, wil ik me ook hiervan afschermen. Dus vraag me niet om dat belangrijk te vinden. Vraag me niet om me daarin in te leven. Vraag me niet om daar te blijven naar luisteren. Kijk om je heen en tel je zegeningen. Het lijkt me op dit moment de enigste mogelijkheid om het onrecht naar waarde te schatten. Door zelf te relativeren. En dan bedoel ik echt relativeren en echt je zegeningen tellen.

Af en toe krijg ik zo een bericht van iemand die kon relativeren. Die kon zien wat ie heeft en daardoor wat ie niet heeft kon verdragen. Dan denk ik, dat heb je toch kunnen bewerkstelligen Tas.

Nele – geschreven 6 maanden en 2 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.

ik mis je

ik mis je
ik mis je vandaag meer dan gisteren
de toekomst aan diggelen

ik mis je
ik mis je armen om me heen
slapeloze nachten en koortsige dromen

ik mis je
ik mis je geruststellende stem
ijskoude botten en niets op een rij

ik mis je
ik mis je vertrouwde geur en je intimiteit
eindeloos alleen

ik mis je
ik mis je aanwezigheid in alles wat ik doe
smakeloos eten en inhoudsloze tv

ik mis je
ik mis je mening en je ideeën
betekenissen zijn zoek

ik mis je
ik mis je kennis en je handigheid
techniek laat me in de steek

ik mis je
ik mis je groene vingers
planten laten hun bladeren hangen

ik mis je
ik mis je humor
mijn wereld verdraagt geen grappen meer

ik mis je
ik mis je doordachte traagheid
want nu, nu staat het leven stil

ik mis je
ik mis je onvoorwaardelijke liefde
snijdende pijn

Tas, ik mis je

Afbeelding53 (2)

Nele – geschreven een half jaar na die verschrikkelijke 8ste september 2015


Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
Hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.

Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.

Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw,
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.

Hans Andreus ‘Verzamelde gedichten’. Bert Bakker, 2001