Het was Tas zijn idee om in Merelbeke te gaan wonen. In mijn ouderlijke huis. Ik heb nog even tegen gesputterd. Terugkeren … dat stond niet in mijn plannen. Ik heb zelfs even gedacht aan de andere kant van de wereld te gaan wonen. Maar toen meer en meer duidelijk werd dat dat huis met tuin en obligate ‘kot-voor-Tas’ niet betaalbaar was in Gent hebben we de knoop doorgehakt.
Nu woon ik in onze wijk, een wijk die ik erfde van mijn ouders, vol vrienden van mijn ouders. Een wijk waar Tas en ik in investeerden, want we droomden van ouderraden en vrijwilligerswerk. Ik heb heel mijn leven vrijwilligerswerk gedaan, met uitzondering van de paar jaar dat de kinderen wel heel klein waren. Maar de vriendschappen die groeiden uit samen engagementen opnemen zijn onverwoestbaar. En de jeugd die ik had in de scouts waar ook mijn ouders betrokken waren, was betekenisvol.
Tuur zit in de scouts waar ik me heel lang thuis voelde. Hij startte pas vorig jaar. Tas heeft het niet meer geweten. Het is er vreemd, bevreemdend om er rond te lopen. Alleen, zonder Tas aan mijn zij, zonder dat ik de verhalen van toen met hem kan delen. Een leven van voor hem en na hem gecombineerd. Een vreemde mix van verdriet, heimwee en een toekomst voor de kinderen.
Op de bots (want ik heb geen enkele andere agenda dan die van mij en de kinderen waar ik rekening mee moet houden) bleven we dit weekend eten op de happening. Even dacht ik, wat doe ik nu, ik heb met niemand afgesproken, ik ken hier niemand. Stom van me, … Want niets is minder waar, ik ken er mensen van vroeger en nu. En de kinderen kennen er kinderen van op school en maken er nieuwe vrienden.
Het was een fijne avond, slingerend tussen lang geleden en dingen die nog komen moeten. Ik miste Tas elke minuut. Maar ik kon het vertellen en delen met zoveel mensen om me heen.
De kinderen waren losgelaten en zwerfden over het terrein. Tuur maakte kampen en Louise volgde trouw haar schoolvriendje. Midden in de massa, kreeg Louise het moeilijk. Ze had ergens foto’s gezien en die deden haar aan papa denken. Het lawaai van de mensen overstemde haar wenen, en de tranen prikten achter mijn ogen. Genoeg geweest voor een avond. Het was fijn geweest, maar nu waren we op de grens van ver verwijdert van Tas. Samen fietsten we door de donker terug naar huis.
Onze thuis, die er zonder Tas niet had geweest.
Nele – geschreven 1 jaar en 11 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015
Schoon schoon…
LikeLike