Verlieskunst

7 jaar geleden schreef ik een tekst hoe waanzinnige golven van verdriet ons overspoelden, ik las hem voor op het afscheid van Tas. Een poging om onder woorden te brengen wat overblijft na zo een tsunami van gevoelens. Ik voelde me onherkenbaar, machteloos, radeloos en eindeloos alleen.

Later maakte ik deze blog. De titel: ‘overspoeld worden’ en de ondertitel: ‘hoe verder leven zonder jou?’ Schrijven was een poging om gevoelens te ontrafelen en het uit te schreeuwen dat hij er niet meer is. Woorden vinden voor wat je onmogelijk kan uitleggen. Vertellen wat niet verteld kan worden was als therapie. Ongemerkt hielp het om stap per stap opnieuw de wereld te zien, te begrijpen en zelfs terug deel te nemen.

Ergens onderweg ontstond het doel om de titel en de ondertitel van plaats te laten wisselen. In mezelf te ontdekken hoe ik kan verder leven zonder Tas, en slechts af en toe ons te laten overspoelen. Ik kan alleen maar vaststellen dat ons dat gelukt is. (Ook al zou ik echt niet weten hoe ik technisch die 2 titels van plaats kan wisselen 😊) Een vriend, die trouw elk artikel las, vertelde me hoe hij gemerkt had dat gedurende de tijd in de tekstjes die ik schreef de focus veranderde van verleden naar toekomst.

Het was een fijn jaar, dit laatste jaar, jaar 7 zonder Tas. We kochten een nieuw huis dat stilletjes aan vorm begint te krijgen en dromen al van terug in de stad wonen! Ik veranderde van werk en kwam in een uitdagende omgeving waar ik me helemaal thuis voel. We vierden met heel veel vrienden Tas zijn 50ste verjaardag in onze tuin. We maakten een prachtige en unieke reis! We waren ook nu weer omringd door vrienden die er waren voor ons. En wij die er mochten zijn voor onze vrienden. Ik zag de kinderen uitgroeien tot sociale, mooie en lieve gasten waar ik eindeloos fier op ben. Het voelde goed. De beloftes die ik Tas deed om terug de rozengeur te vinden, … het lukt.

Het is een ander leven dan ervoor. Eentje waarin Tas vervlochten zit als was hij hier. Tas zit in ons hoofd, ons lijf en ons hart. Een leven waar we over hem praten en tegen hem praten. Stiekem stilletjes en ook wel eens luidop. Ik moet denken aan de titel van een boek dat hier in de boekenkast staat ‘verlieskunst’. Het voelt als een toepasbare term hoe we nu omgaan met zijn dood en ik denk dat de auteur het ok vindt dat ik haar titel even leen.

En toen kwam september! En plots verraste de golf van verdriet zowel mezelf als de kinderen. Ik was het vergeten! Met een heftigheid waar ik niet op gerekend had, werd het weer zwart. Op 1 september ging het even helemaal mis bij de kinderen op school. Op 5 september – de verjaardag van ons vake – voelde ik heel hard het gemis van wortels en wat het is om wees te zijn. En vandaag bulkt er een golf van ‘hoe anders had het kunnen zijn!’ over me heen.

En heel erg vreemd, maar ook dat is fijn. Net zoals het geweldig is dat er zon is, maar die regen hebben we echt gemist en is broodnodig. Zelfs na zoveel tijd mogen verdriet hebben! Het doet mij en de kinderen zoveel deugd. Tranen en herinneringen toelaten. En dan samen op zoek gaan naar wat belangrijk is. De grote dingen terug groot maken en de kleine terug klein. We zijn er aardig in getraind. En ik kijk met ongelooflijke trots naar Tuur en Louise hoe ze de veerkracht vinden en heel snel schakelen. Hoe verdriet en blijheid samen kunnen bestaan.

Misschien is dat wel gelukkig zijn. Mogen voelen wat je voelt in alle mogelijke facetten. Je leven mogen leven met alle emoties die er zijn. Je af en toe laten overspoelen en de veerkracht hebben om dan elke keer weer verder te gaan. Gereinigd, sterker en mooier. En mensen rondom je die helpen te focussen op wat belangrijk is en wat niet. Ja, misschien is dat wel gelukkig zijn.

De frequentie van de blogartikeltjes die ik hier schrijf is laag. Ook dat is een teken, hoe het lukt om anders aan de slag te gaan met al mijn gevoelens, zekerheden en onzekerheden, verdriet en oprechte blijdschap,… Ik hoef het niet meer uit te schreeuwen. Ik dacht er dan ook aan om deze blog af te sluiten, … Ik doe het toch maar niet. Ik hou dit plekje voorlopig : om te herinneren, om het verdriet toe te laten, om heel af en toe een tekst de wereld in te sturen. En jullie allemaal geluk toe te wensen met verdriet én blijdschap, vol veerkracht.

Nele – nog net in jaar 7 (morgen start jaar 8)

Als alles is gezegd wat zegbaar is
Gedaan wat doenbaar
Dan vestigt zich in ons
De stilte en de roerloosheid
De eenvoud en de diepte

Fragment uit het gedicht ‘Pelgrim’ – Erik van Ruysbeek – gevonden in het boek ‘Verlieskunst’ – Evamaria Jansen

2007

Lach, noem, vergeet me niet

50 jaar. Ik weet nog niet of ik ernaar uitkijk – ik heb ook nog tijd om te wennen aan het idee. Ik weet ook niet of Tas er zou naar uit gekeken hebben. Maar dat hij het niet zomaar zou laten voorbij gaan dat weet ik wel zeker. Hij zou het vieren! Goed vieren.

Zijn beste vriendin bedacht dat ook, en dus op vrijdag kwamen we samen op café. Het zat vol, dat café en die vrienden van Tas bleven tot het einde. Blij dat het weer mag. Ze omschreef het zo, die fanTAStische vriendin: ‘Tas zou 50 geworden zijn. Ik hoor het hem al zeggen dat we toch al wel wat samengelegenheden lieten schieten. En dat het dringend tijd is om te verzamelen. Met een glas martini!’ En vieren deden we. We deden het goed.

Ik bedacht het ook, en dus op zaterdag kwamen we nog eens samen. Met andere vrienden, met familie en dezelfde vrienden. Met de kinderen ook. Blij dat het weer mag. Met de zon die we samen geregeld hadden, of was het hij die toch zijn stempel wou drukken. En vieren deden we. We deden het goed.

Met eten en drinken, want voor minder zou Tas niet gegaan zijn. Met dat tikkeltje extra, zodat iedereen thuis nog even kan nagenieten. Maar vooral, het allerbelangrijkste, met vrienden en familie. Vrienden en familie die verbinden. Vrienden en familie die lachen en huilen. Vrienden en familie die verhalen vertellen over het verleden en de toekomst. Vrienden en familie die samen klinken op al diegenen die er niet meer bijzijn.

Verdriet gaat niet weg, je bouwt er wel een leven rondom heen. En dat leven zorgt ervoor dat als de golven komen, ze meer plaats krijgen en je niet zomaar meer elke dag overspoelen. De voorbije week was het een grote golf die over mij en de kinderen heen spoelde. Ze kwam hard aan! Het was af en toe happen naar adem. Maar we bleven rechtstaan doordat ze er bij waren, die vrienden en familie.

En daarom klink ik op Tas, maar ook op hen. Met een martini, een koffie, een glaasje wijn of een pintje. En deze avond met een TAS-theetje.

Her-denken

Herdenken … ik worstel al de hele dag met dat woord.

Her-denken, als in… we zullen er nog eens aan denken? Zonder afbreuk te willen doen aan allen die vandaag iets moois legden op het kerkhof, of een extra kaarsje brandden, … Ik vind het zelf gewoon bizar om deze ene dag eruit te halen. Ik krijg het niet goed uitgelegd hoe Tas (maar ook zoveel anderen) gewoon in me zitten. Iemand zei me: ‘ik lees je blog Nele en soms denk ik. Laat het los!’ En dan ben ik met verstomming geslagen. Wat loslaten? Tas zijn liefde, ons leven, zijn dood, … ? Mijn  vader, mijn roots. Loslaten ik zou niet weten hoe dit moet. Ik denk ook niet dat ik dat wil. Alleen dat zegt niets over mijn toekomst, over hoe ik stappen neem, hoe ik terug liefde probeer te vinden, hoe de kinderen lieve, leuke en ja ook blije kinderen geworden zijn. Dit zegt niets over hoe ik wel gewoon leef. Ik krijg het niet uitgelegd dat het niet of, of is maar én, én. Het wil niet zeggen dat ik niet kan lachen of me elke avond in slaap huil. Nora McInerny lukt het beter in haar TED-talk. (Ik zet het filmpje hierbij, duurt maar 4 minuten, echt de moeite!). Her-denken dat doe ik eigenlijk elke dag.

Her-denken… , als in opnieuw uitvinden? Opnieuw denken. Dat doe ik ook. Heel de tijd. Ik vind gesprekken uit en ik voer gesprekken. Dagelijks met Tas, vaak met mijn vader, soms met Simonne of Saskia of Caroline. Soms stil en soms zelfs luidop. Dan vind ik uit wat ze zouden zeggen. Soms troostend, soms liefdevol, soms heb ik zelfs ruzie met Tas. Zoals die keer dat ik weer brood was vergeten, want echt Tas dat is jouw job. Sommige dagen zijn het zelfs geen gesprekken, maar gewoon een soort gevoel dat even binnensluipt, een aanwezigheid, een blik. En nee, ik ben echt mijn verstand niet verloren! Het is gewoon iets dat ik doe. Een kast kraakt en ik voel dat als een aanwezigheid. Of de zon schijnt op een bepaalde manier binnen en ik voel één van hen. Ook dat werd al meermaals aan me gevraagd. Denk je nog veel aan hem? ‘Tuurlijk, ik babbel elke dag met Tas’. Eerlijk. Dat durf ik alleen rechtuit te zeggen aan diegenen die me al wat kennen en me niet direct voor zot verklaren.

Her-denken … als in je bent niet alleen, we denken met velen aan hen. Want het is wel mooi natuurlijk dat we deze dag hebben. Ik kreeg een lief berichtje van een attente buurvrouw die zelfs in deze tijden even de moeite doet. Dank je wel, doet deugd, vooral omdat ik veronderstel dat ze dan ook even aan hem dacht. Want dat zou het ergste zijn, dat ik de enige ben die aan hem denkt. Absurd natuurlijk. We zijn met velen. ‘Lach, noem, vergeet me niet … zo staat het geschreven en dat is wat we doen. Moeilijker wel in een tijd dat je elk in je huis zit en niet kan of mag samenkomen. Want die verhalen delen, dat mis ik toch enorm.

Vandaag was ik dan toch aan het her-denken. Dus ik draaide het om. Als in ‘zij denken vandaag aan ons’. Misschien vieren de doden vandaag een groot feest, speciaal aan ons te denken. Ik stelde me voor hoe al die dierbare doden samen zaten. Eén grote tafel met z’n allen er rond, want als je al dood bent dan tellen de corona-regels niet meer. Bourgondische tafel vol lekkers en iedereen lacht en vertelt over de levenden. Ze halen herinneringen op aan vroegere tijden, toen we nog samen waren. Ik zie Caroline lachen met mijn vader en verhalen opdissen van toen we 16 waren. Ze vertelt een beetje teveel, hopelijk blijft hij erom lachen. Mijn moeder zit aan zijn zij, misschien stelt ze hem gerust. En mijn nonkel Werner is samen met Tas aan het nagenieten van een verhaal over het trouwfeest van zijn zoon. Simonne zit stilletjes te genieten met haar eigen moeder aan haar zij. Ze zijn met velen, veel te snel komen er gasten bij. Maar het is daar een geweldig feest dat herdenkingsfeest. Vol verhalen, vol hoop, zonder angst en vooral met elkaar.

Ik ben niet religieus, toch vond ik dit zo een mooie gedachte. En eerlijk … ik ben een beetje jaloers. Zo een feest! In gedachten was ik er alvast bij.

Hoe moet ik dit jaar de kou verdrijven?

In normale tijden voel ik het borrelen in juli. En in augustus raak ik lichtjes in paniek. Ik heb nog geen locatie … hoe ziet de wandeling er dit jaar uit … oh nee, iedereen op tijd verwittigen …

Toen Tas stierf, nu bijna vijf jaar (vijf jaar!) geleden had ik het zo verschrikkelijk koud. Een ijzige koude die in mijn botten zat, die niet zomaar weg te krijgen was door een warm bad te nemen of een hete douche. Botten die stram waren en dienst weigerden. Tijdens de uitvaartdienst zat ik te rillen, de storm overspoelde me en ik bevond me in hoog water. Het verdrinken nabij. Na de dienst volgde het groeten van de aanwezigen. Ik merkte dat ik iedereen omarmde en met elke knuffel erbij, kwam er terug warmte in mijn lijf. Toen de eindeloze rij vrienden, familie en kennissen voorbij was had ik graag opnieuw begonnen. Gewoon iedereen rond me heen blijven vasthouden voor nog heel lang. Ik herinner me hoe ik het wou uitschreeuwen … ga niet weg. Blijf!!

Jaarlijks, op het moment dat zijn sterfdatum in zicht kom, voel ik de koude opnieuw opkomen. Bijna onmerkbaar komt ze opzetten. En dan voel ik het borrelen, en raak ik lichtjes in paniek. Ik weet de remedie tegen deze koude. En dat zijn mensen. Mensen die ik graag zie, mensen van vroeger en mensen van nu. Aanrakingen, knuffels en er gewoon zijn voor elkaar. Samen wandelen en nieuwe plekje ontdekken. Toosten op Tas, op het leven en op elkaar. Verhalen delen, het ene nog mooier dan het andere. Elke keer werkte het en liep de warmte die mensen uitstralen zo bij me binnen.

Maar samen wandelen, samen knuffelen en het leven vieren … dat lukt niet dit jaar. Dat mag niet dit jaar. Hoe moet ik dan de kou verdrijven?

Corona is verschrikkelijk. Een slingerbeweging waarin zelf wijze mensen het noorden kwijt zijn. Een nonkel van me zei onlangs ook nog deze ‘als je naar de zee kijkt zijn dat allemaal golven hé: grote en kleine’ . Het is blijkbaar niet gemakkelijk te zien welke impact zo een golf kan hebben, laat staan te voorspellen of een golf groter of kleiner wordt. Of misschien is er zelfs geen golf? Eigenlijk wist ik dat al een tijdje dat golven je kunnen overspoelen, maar soms ook gewoon een golf kunnen zijn. Dat ze onvoorspelbaar zijn.

Vandaag voelen we het allemaal. De één wordt overspoeld, de ander net met zijn hoofd nog boven water. Complexe tijden waar angst, illusie, hoop, onrust en toch ook weer anderen helpen en warmte geven elkaar afwisselen in een veel te hoog tempo. ‘Gebruik je gezond verstand’ is de boutade die ik steeds weer hoor en zelf ook echt wel een aantal keer uitsprak. Alleen, als emotie het overneemt gaat ook mijn gezond verstand er soms aan.

Want straks is die dag daar! Vijf jaar. Vijf jaar! Ze is niet meer zo ijzig, de koude in mijn botten. Ik voel ze wel, en het maakt me dan toch weer angstig en verward.

Ik zal jullie missen! Vrienden van toen en vrienden van nu. Mensen die belangrijk voor me zijn en die warmte schenken. Mensen die normaal gezien komen, en nieuwe vrienden die misschien nog niet eens wisten dat ze erbij zouden zijn. Misschien gaan we wel wandelen, Louise Tuur en ik. Die dag. Wie weet! Het zal een pover alternatief zijn. Zo alleen met ons drietjes. En de plannen moeilijk te maken in mijn hoofd.

Dus dan maar positief toekomst gericht denken. Ook dit gaat voorbij! Daar ben ik rotsvast van overtuigd. En als deze tijd weggespoeld is, dan ga ik iedereen knuffelen! Dan vieren we weer feest, met een fijne wandeling en een uitgebreide toost op Tas, op het leven en op elkaar!

Nele geschreven 4 jaar, 11 maanden en 16 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

Tijd heelt, vliegt en laat zijn sporen na.

Louise had het er vorige week over. Alsof ze het voelde dat de tijd alweer aan het vliegen is. Ze had het over die opa die ze nooit zag. Of hoe je iemand kunt missen die je nooit gekend hebt. Ze was er wel al, 10 jaar geleden. Heel klein, weggestoken in mijn buik. Ze was nog maar een begin. Terwijl bij mijn vader het einde naderde. Ik was zo blij dat ik het hem nog kon vertellen. En vreemd genoeg is het voor Louise ook belangrijk dat hij afwist van haar bestaan. Leven en dood, altijd dicht bij elkaar geweest.

Ik vertelde dat ik vermoed dat hij liever een grootvake was geweest dan een opa. Ze proefde de woorden op haar tong: ‘grootvake’, en jij noemde hem ‘vake’? Vreemde woorden vond ze. Gemis tastbaar aanwezig.

10 jaar vandaag! 10 jaar geleden dat we afscheid namen van een milde man, de middelste van zeven (dat was belangrijk voor hem), iemand die zijn portie pech in het leven droeg elke dag opnieuw. Woorden waren belangrijk voor mijn vake. Ik beschouw mijn drang om de wereld, het leven van je af te schrijven als zijn erfenis. Hij deed het ook. Ik herinner me de soms hoogoplaaiende discussies, zijn politieke standpunten en zijn doordachte visie. Maar het belangrijkste vond hij toch verbondenheid, vrienden en familie om zich heen. De mooiste cadeau’s die hij vroeg (want feesten en cadeaus bepaalde hij gewoon zelf) hadden met tijd te maken. ‘Maak tijd voor me’, zei hij dan, kostbaarder bestaat niet. Hoe juist hij daarin was, besef ik nu pas ten volle. De diepe sporen die hij achterliet zijn me dierbaar.

10 jaar vandaag! Hoe heb ik dit eigenlijk gedaan? Elke dag opgestaan en verder gedaan. Soms ging denken niet meer … enkel voelen. Mijn ziel onder mijn arm. Een groot gat. Alles gebroken, gescheurd en verwoest. De tijd heeft dan toch gevoed, geheelt en sporen achter gelaten. Mooie sporen, littekens in mijn  binnenste. Littekens die gekoesterd worden en die gezien mogen worden.

Ik vraag me soms af hoe hij vandaag in het leven zou staan, hoe hij deze corona-crisis zou beleven. Misschien vind ik het ok dat hij dit niet moet meemaken. Maar vooral dat hij het verlies van zijn schoonzoon niet hoefde te dragen. Ze hadden zo hun eigen geheimen, Tas en mijn vader. Spraken soms af zonder dat ik het wist. Vonden elkaar en hielpen elkaar, elk op hun eigen manier. Ik mis ze elk apart en ik mis ze samen.

Vandaag vier ik stilletjes het leven, terwijl het verdriet af en toe naar buiten stroomt. En morgen, morgen sta ik weer op en neem de dag zoals hij komt. Ik zal er van genieten van die dag zoals van elk moment, het is een eerbetoon aan hen voor wie het leven veel te kort was.

Nele – geschreven 4 jaar, 10 maanden en 17 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

Karen en Frank: tot aan de rand vervuld van elkaar.

Het was niet de bedoeling dat ze daar was, op de tennis in Merelbeke. Ze had er eigenlijk niets te zoeken. Ze zou gewoon heel even helpen met alles klaarzetten voor het feestje van een vriendin. En echt, ‘ik blijf niet, want gisteren was al veel te laat. ‘

Tot … ze was nog maar de trap op met een doos vol versiering toen ze hem zag zitten. Een imposante, sportieve man die rustig een koffietje dronk na zijn tennisles. Het was een wonder dat de doos in haar handen niet op de grond belandde, want het effect was overweldigend. Na amper een seconde haar te zien, was ook Frank verkocht. ‘Moet ik helpen ballonnen blazen?’ was het eerste dat hij Karen vroeg.

Die avond zouden ze als laatsten het feest verlaten. Alles viel uit elkaar en kwam terug tot stand op die ene avond en nacht. De wereld een futiliteit, verdwenen naar de achtergrond. Wonderlijke zaken gebeuren wel meer in nachtelijke uren.

En al vond Karen het nodig nog even ‘hard to get’ te spelen toch was ze al lang hopeloos verliefd en helemaal ondersteboven van Frank. De fysieke aantrekkingskracht was zo groot! En tot haar verbazing voelde Frank hetzelfde. Vanaf het eerste moment was de liefde tussen hen tastbaar aanwezig en konden ze zich geen leven meer voorstellen zonder elkaar. Het leeftijdsverschil enkel voor de buitenwereld een issue.

Frank zat op dat moment ‘tussen twee huizen’. Het ene al verkocht en het andere nog bewoond door een huurder. Als tussenoplossing had hij een studio gehuurd. Alleen, daar was hij helemaal niet zo veel te vinden. En zo was samenwonen net als hun gevoelens een vanzelfsprekendheid geworden. Toen Frank eindelijk naar zijn huis kon verhuizen was het logisch dat Karen mee ging.

De eerste maanden en zelfs jaren waren niet altijd even evident. Maar de band tussen hen twee kon niet meer stuk. Zag je Frank dan zag je Karen. En zag je Karen, dan zag je Frank. Frank zijn dochters uit zijn eerste huwelijk waren zijn oogappels en hun opvoeding, hun dromen en hun angsten belangrijk voor hem. Ze werden onderdeel van hun liefde. Frank vol trotse verhalen over zijn blonde schone, een zachte vrouw waarbij hij thuiskwam. Karen genietend van zijn zorgzaamheid en rustgevende trouw. Tot de rand van elkaar vervuld, beloofden ze elkaar trouw op hun huwelijk. De liefde tussen hen zo krachtig dat ze beiden er rotsvast van overtuigd waren dat die hen nooit kon verlaten.

Ze konden elkaar lezen, en waren voortdurend samen. Ze waren elkaars allerbeste vriend. Zelf elk op hun werk bleven ze verbonden en stuurden berichtjes of belden elkaar even op voor een banaal gesprekje. Frank vond het geweldig dat ze na al die jaren nog steeds kon lachen om zijn grapjes, Karen bleef overdonderd dat deze geweldige man voor haar had gekozen. Samen met de kinderen die groter werden en hun hondje was het leven zoals het moest zijn.

Ze bouwden hun droomhuis in Melle met een eikenboom in de tuin waaronder ze van het leven genoten. Het werd hun nest vol muziek en warmte waar ze samen oud konden worden. Zo moest het zijn, zo zou het nog lang moeten zijn. Alleen … toen kwam die noodlottige dag.

Dinsdag 30 oktober 2018: Frank is al wakker, terwijl Karen zoals wel meer nog even in bed ligt te snoezen. Om 8u30 komt Frank haar samen met hun hondje Jackie wakker maken. Ze nemen tijd voor elkaar, zoals meestal. Uitkijkend naar hun 3 dagen zee die ze planden om de drukte die ze beiden voelen in het werk even achter hun te laten. Karen belt hem meermaals die dag, maar zonder gehoor. ‘Het was ook echt druk!’ maar toch begint er iets te knagen, het voelt niet juist en Karen beslist naar huis te gaan.

En dan volgt de verpletterende realiteit. Ademstilstand bij Frank ergens in de uren ervoor fataal, bij Karen op het moment dat ze haar grote liefde ziet liggen in de zetel met Jackie boven op zijn borst. Waar haar hersenen en haar lijf de kracht vonden om te reageren weet ze niet, maar ze belde haar vader en zijn dochters. Verschrikkelijk telefoontjes. Hoe kon ze zo veel informatie opnemen, verwerken en laten doordringen?

De volgende uren bleef Karen bij Frank, haar soulmate en de liefde van haar leven. Ze speelde zijn platen en probeerde zo dicht mogelijk bij hem te zijn. Het waren vreemd genoeg mooie uren, daar samen met Frank. Terwijl zijn twee dochters achter het hoekje in de keuken met een glas wijn en vrienden verhalen over hun vader deelden.

Het was een geschenk hun liefde en hoewel Frank er niet meer is, voelt Karen zijn liefde en warme geruststellende woorden nog elke dag. Gelukkig, zegt ze, is alles gezegd tussen ons. Liefde elke dag uitgesproken. Ze voelt hem in de verbinding met zijn dochters, de mooie intense band met zijn vrienden en familie die nog dieper geworden is.

Wat achter haar ligt een warme, immense en intense liefde.
Wat voor haar ligt een vraag waar ze met Frank zijn steun vol veerkracht kan naar uitkijken.
Maar het belangrijkste is wat in haar ligt. Daar zit Frank voor de rest van haar leven, diepgeworteld en onverwoestbaar: een kostbaar geschenk.
Dwars door de vlagen van verdriet blijft hij zorgzaam haar steunen. Dan voelt ze hem, warm en goed als vroeger toen ze kon schuilen in zijn imposante armen. De oneindige dankbaarheid die ze daarvoor voelt geeft haar de kracht om elke dag weer op te staan.

Nele – voor Karen een straffe, mooie madam!

Barsten in een lock-down

Het begin van de lockdown voelde eigenlijk vertrouwd aan voor ons. Dit is wat we deden met ons gezin net nadat Tas er niet meer was. Terugplooien op onze kern, een te-klein-geworden gezin. Op zoek naar onze wortels, terug hechting zoeken in onze hele kleine wereld. Buiten, kwam ik enkel voor essentiële verplaatsingen, weggestopt achter een dikke trui met kap over mijn hoofd. Ik zie heel wat paralellen. Ik heb die eerste lock-down (weet zelf niet zeker of ik die wel koos) ook heel mijn huis verbouwd, wanhopig op zoek naar een thuis. Ik was hier aan het behangen, schilderen en kleine klussen aan het doen. Ik werd ook bewust van hoe kleine dingen belangrijk zijn. De kinderen en ik groeiden naar elkaar. In het begin van de lock-down dacht ik zelfs even – kijk de buitenwereld voelt nu een beetje wat we toen voelden.

Alleen, ik was er net uit! Echt! Ik was uit mijn kot gekomen en toen duwde de buitenwereld me er weer in. Even slikken toch, zelfs lichte paniek. Ik kan niet nog eens in lock-down!

Tijd heelt alle wonden zegt het spreekwoord. Ik denk niet dat het tijd was, het waren de mensen rondom mij die me hielpen om eruit te komen. Want tijdens die hele lange jaren waren het de anderen die me uitdaagden en inspireerden. Kleine barsten in mijn zelf gekozen lock-down, in het pantser dat we op één minuut rondom ons hadden gebouwd. Sommigen zachtjes en anderen beukten er los doorheen. Bloemen werden geleverd, de kinderen kregen kleine attenties, brood aan de achterdeur en soep op de stoep, mensen belden en vrienden die ik soms 10 jaar niet zag stonden aan mijn deur. Ze luisterden elk vanuit hun unieke plek naar mijn verhaal. Niet in het minst hier op deze blog, waar ik hartverwarmende reacties kreeg. Naast het luisteren was er ook het menselijk contact. Een knuffel of een kus. Want als woorden niet meer lukken zijn er nog altijd aanrakingen. Een groot verschil tussen de eerste en de tweede lock-down.

Deze zorgde voor uitdagingen om niet in een isolement te geraken, voor heel veel mensen, ik voel het ook. Ik heb dialoog nodig om te kunnen denken, gesprekken om vooruit te geraken, uitdagingen om ideeën bij te sturen, aanrakingen om te voelen dat ik leef. Ik voel het vandaag des te meer!

En alhoewel ik de hele tijd bleef werken (uitdagingen genoeg op dat vlak) voel ik ook daar een tekort. Op online meetings alleen kan ik niet teren. Ik heb dat gesprekje op de gang aan de koffie nodig om nog eens te checken waarom iets gezegd werd, of dat persoonlijk contact om in een coaching te voelen dat een boodschap over kwam. Snelle werkafspraken maken zijn niet meer voldoende, dat lukt maar voor even.

Dus ik ben blij met de kleine barsten in deze tweede lock-down, ze komen niets te vroeg. En al is het een uitdaging met twee kinderen waar er maar eentje opnieuw van start, ik zal op veilige afstand weer eens aan de koffie blijven plakken of aan de lift een klapke doen op het werk. Ik open toch weer een veilige afstand praatje in de tuin en zoek een bubbel met vriendinnetje voor Louise.

Toen ik de eerste keer alles in pauze zette, duwde ik vruchteloos op rewind. Vandaag duw ik op forward en hoop dat de pauzeknop het begeeft. Ik hoop dat dit virus snel voorbij raast om niet meer terug te komen. Ik hoop het voor ons allemaal, en in tussentijd kunnen we barsten maken in isolement met berichtjes en bloemen, brood aan de achterdeur en soep op de stoep.

Nele – geschreven 4 jaar, 8 maanden en 9 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015

Eigenlijk moeten we ook elke dag een minuut stilte houden

Mijn kinderen en ik in ons kot. We keken dit weekend samen naar het journaal. ‘Relatief weinig doden in Duitsland’ horen we. Tot het getal valt. ‘Weinig?’ Is de reactie naast me, luid en duidelijk. Twee minuten later een beeld van een koppel dat trouwt, helemaal alleen. ‘Hoe erg is dat’ zegt de ene. ‘Ze kunnen later nog feesten!’ zegt de andere. De getallen zijn gepasseerd.

Ik zit in mijn kot en word terug gekatapulteerd naar al die momenten dat ik afscheid nam. Van mijn moeder, van mijn vader, van Tas.

Bij mijn moeder was het afscheid groot, bijna groots in mijn beleving. Theatraal als mijn vader was vol symbolen. Wij, de kinderen die niet konden stoppen met huilen. Liedjes vol betekenis, elk woord die vooraan in de kerk werd gedeclameerd maakte het verdriet groter en snijdender. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon doen.

Bij mijn vader besloten we om het groeten vooraf te doen, zodat we nadien konden verdwijnen als het verdriet niet meer van onze gezichten kon weggeveegd worden. De dienst vol respect voor mijn diep gelovige vader en al zijn vrienden met en zonder geloof. Mooie verhalen werden gedeeld om te koesteren in de jaren nadien. Na het afscheid kon ik niet mee met de rest van de familie, ik werd getrokken naar al die aanwezigen die ik nog niet zag en bij wie ik warmte zocht en vond. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon. 

Bij Tas had ik koud, ijskoud. Mijn botten waren doordrongen van een ijzige pijn die me helemaal verlamde. Woorden als troost om naar te luisteren en om uit te spreken. Zwarte, diepe rauwe rouw die elke betekenis uit mijn leven zoog. Bij het groeten stond ik alleen, maar ik voelde iedereen die passeerde. Beetje bij beetje voelde ik warmte terugkeren. De leegte werd gevuld door de aanwezigheid van massaal veel vrienden, kennissen, familie en dierbaren. Maar oh, gruwel, stel je voor dat dat niet kon.

De cijfers passeren, elke dag opnieuw. Mooi opgedeeld per land en sinds kort ook per regio. We weten nu de plekken die harder werden getroffen dan andere. Harder? Iedere dode vandaag is er één teveel. Iedereen die sterft, zelfs al is het niet van corona krijgt niet het afscheid dat hij of zij verdient. Iedere achtergeblevene staat er alleen voor.

In elk boek, van elke rouwtherapeut (en geloof me ik las en hoorde er velen), vertelt hoe belangrijk dat afscheid is. Elke weduwe of weduwnaar waarmee ik hierover sprak, laat weten hoe levensnoodzakelijk afscheid nemen is als je nadien ook maar een beetje wil overleven om wie weet ooit weer te leven. Vandaag wordt dat zoveel mensen ontnomen en het enige dat ik kan bedenken is: wat een gruwel.

Fijn dat we voor de kinderen op berenjacht gaan, nog fijner dat we elke dag applaudisseren voor zij die in de zorg voor ons zorgen. Kunnen we dan ook even denken aan al diegenen die nu zo gruwelijk afscheid nemen.

Stel dat we elke dag 1 minuut stilte voor hen houden. Hoe sterk zou dat zijn? Stel je voor, we doen het met z’n allen om 19u. Uit respect voor zij die het niet haalden, uit steun voor zij die achterbleven zonder afscheid.

Nele – geschreven 4 jaar, 6 maanden en 22 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.

Ik weet mijn kracht te vinden.

Lang geleden dat ik hier was. Ik twijfelde zelf even om deze blog af te sluiten. Na meer dan 4 jaar merkte ik dat de titel en de ondertitel kan omgedraaid worden. Het overspoeld worden maar af en toe eens.

‘An unexamined live is not worth living’ leerden we van Socrates. Ik denk veel na over mijn leven, en de betekenis ervan. Net na de dood van Tas was ik gebroken, dreigde ik soms te verdrinken in de waanzinnige golven van verdriet die me overspoelden op onaangekondigde momenten. Soms wou ik gewoon breken, zodat de wereld kon zien wat een waanzin die gevoelens waren. Dat gebeurde echter niet. Geen enkele keer echt. Ik bleef recht staan en vond kracht in mezelf, ondersteuning van mijn omgeving, in mijn sterk netwerk en vond waarden die belangrijk waren.

Ik ben niet rijker zonder Tas, in tegendeel ik ben nog steeds armer. Maar ik ben wel sterker. De veerkracht in mezelf weet ik te vinden, mijn vrienden spreek ik gemakkelijk aan als het moeilijk dreigt te worden en vooral die waarden waar ik voor wil staan zijn een steun elke dag opnieuw.

Iets meer dan 4 jaar hangt hier nu een blaadje uitgescheurd uit een tijdschift aan de radiator. ‘Enjoy the little things, because one day you look back and realize they were the big things’. Dat doe ik! Ik vertraag vaak, kies dan toch weer om minder te werken, ga op zoek naar geluk en liefde en geniet ervan met volle teugen. Schoonheid zien en apprecieëren is er ook eentje. Verse bloemen in mijn huis. Een mooi boek of gewoon een opgeruimd huis. Mooie momenten vieren, herinneringen koesteren. De belangrijkste blijft echter de ‘liefde’. Graag zien staat met stip op nummer 1. Ik zeg het vaak tegen mezelf: belangrijke zaken belangrijk houden en die kleine ongemakken zijn gewoon maar bijzaak. Genieten van elk mooi gebaar, van elke telefoontje, elke aanraking en elk klein berichtje. Ik omschrijf het graag als leven in extra-time.

Ik voel nog wel eens de vervreemding van het eerste jaar waar ik met verbazing keek naar de wereld die andere dingen belangrijker vond. Een wereld die voorbijraasde en waar prestatiedrang, geldingsdrang en kleine futuliteiten op nummer 1 stonden. Een wereld waar ik me niet meer in thuis voelde. Langzaamaan vond ik mijn weg terug naar de wereld, maar ik weigerde mijn waarden los te laten en vond in die zoektocht zoveel mooie mensen die ook zo keken.

Vandaag, in corona-tijden, zie ik de vervreemding toeslaan bij zovelen. Zie ik hoe mensen vertragen, hoe ze op zoek gaan naar hun eigen krachten. Hoe ze anderen nodig hebben als ondersteuning (die whatsapp-groepjes zijn zo belangrijk!!).  Hoe mensen op zoek gaan naar hun persoonlijke waarden en naar gedeelde waarden. Hoe belangrijke zaken belangrijk worden. Hoe de kleine dingen voorrang krijgen.

Ik weet uit ervaring dat we kracht hebben om dit te overleven. Want het wordt overleven, al weet ik ook uit ervaring dat na overleven, leven ook wel weer komt. En we zullen niet rijker worden, maar armer. Er zullen mensen zwaar getroffen worden. Maar misschien worden we met z’n allen wel sterker.

In tussentijd wens ik jullie veel sterkte en hoop dat jullie kracht vinden.

Nele – geschreven 4 jaar – 6 maanden en 13 dagen na die verschikkelijke 8ste september 2015

Mag ik alsjeblieft verdrietig zijn?

Pijn en verdriet zijn bijna niet te vatten. We doen schamele pogingen met woorden en muziek. We proberen het te grijpen in kunstwerken en toneelstukken. We slagen er maar half in om datgene wat we voelen te uiten. En toch!

Ik merk het elke dag opnieuw, het is zo waanzinnig belangrijk om het te proberen. Om te blijven zeggen datgene wat we maar niet uitgelegd krijgen. Honderden keren opnieuw. Maar hoe moeilijk is dat? Hoe zet je gemis om in woorden als je moet graven naar herinneringen? Louise worstelt ermee, en ik schiet hopeloos tekort om haar op weg te helpen.

Het mag ook niet van onze maatschappij. We leerden dat we de ander geen pijn mogen doen en dus vanuit dat graag zien, duwen we de pijn en het gemis zo ver mogelijk weg. Alleen …. het is niet weg. En er niet kunnen over babbelen zorgt dan voor hoofdpijn en buikpijn. Hoe mooi zou het zijn als we dat eens leerden! Vandaag is het een geschenk als iemand nog eens praat over Tas met Tuur of Louise. Maar zelfs kinderen zeggen: ik ga niet praten over die dode papa want dan doe ik pijn. In mijn ideale wereld draaien we dat om en geven we elkaar de ruimte om boos te zijn, om frustraties te voelen en ja om te huilen van verdriet.

Ik zie mensen die jaren nadat ze iemand verloren worstelen met gemis dat ze niet onder woorden krijgen. Verdriet dat zich nestelt in de kleinste stukjes van hun zijn en hen zo volledig uit evenwicht haalt. Ik hoor een lotgenoot vol frustratie omdat haar dochter op haar verjaardag, waar ze nota bene waanzinnig haar best deed om er een topdag van te maken, toch uit dat ze verdrietig is. In mijn wereld is dat de definitie van een topdag. Geluk en verdriet … heel dicht bij elkaar en dan nog eens ruimte krijgen om dat te mogen zeggen. Zomaar mogen huilen. Ik hoor een collega die vraagt hoe het gaat en erbij zegt … mag wel eens slecht gaan hé! De meeste van mijn collega’s weten niet hoe ze daaraan moeten beginnen. Ik weet het wel, gemakkelijker als alles gewoon goed gaat. Maar mogen we alsjeblieft soms eens verdrietig zijn?

En toen kreeg ik een berichtje van een vriend. Gisteren te diep in het glas gekeken. ‘Ik ben aan het sterven.’ schreef hij. En ik glimlachte en antwoordde: ‘Je bent aan het leven! Geniet van je heerlijke kater. ‘ Geen idee of dat laatste helend was.

Nele – geschreven 4 jaar, 3 maanden en 3 dagen na die verschrikkelijke 8ste september

Pablo Picasso