De oudste,
Hij voelt zich ouder dan ervoor, nu het noodlot heeft toegeslaan.
Verantwoordelijk en zorgdragend overal waar hij vanaf nu zal gaan.
Ze zeggen het: ‘zorg voor de anderen’ alsof ie dat niet weet.
Hij draagt het op zijn schouders, ’t voelt erger dan brandend heet.
Het lot van de oudste hoe moet hij dat nu doen?
Hij wil iedereen doen lachen, terug de clown zijn, net als toen.
Hij slingert heen en weer, hij kan er niet goed tegen.
’t Verdriet van anderen, het mag als 1000 kilo wegen.
Hij vindt ’t zijn taak om het te dragen.
Wenen dat doet hij niet, je hoort hem niet vlug klagen.
Hij is nog een kind, maar weet niet meer hoe dat klinkt.
Hij kan het niet goed zeggen, soms hoor je ‘t, als hij zingt.
Zijn lot is oneindig veel te zwaar om dragen.
Ik wil hem helpen, hij kan er niet om vragen.
Hij mist zijn vader, zijn vader die zou hem wel verstaan.
Dus draagt hij zijn vader mee, torsend op z’n schouders, voor zijn verdere bestaan.
Laat mij je helpen dragen zoon, ik kan het niet meer aanzien.
Voor een jongen van zeven, ben je nog wijzer geworden dan tien.
Ik wil je terug je jeugd wensen, en een beetje minder weten.
Draag enkel zijn naam en zijn genen, doorbreek jij maar die keten.
Het lot van de oudste, zowel je vader als je moeder, ze deden het je voor.
Maar moest hij er nog zijn zoon, we riepen het in koor.
“Laat iedereen je helpen, we staan hier voor je klaar, voor altijd niet eens voor even.
Een man wordt je wel, maar later.” Ik wens ’t je toe. Wordt nu maar vlug weer zeven.
Nele – geschreven 9 maanden en 7 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015.
Mooi 😘
LikeLike