Woorden zijn me dierbaar. Ze troosten, verzachten en kunnen tot leven wekken. Ze verbinden, helpen begrijpen en doen me nadenken. Geschreven of gesproken, in dialoog of monoloog, woorden waren wat overbleef nadat Tas er zo plots niet meer was.
Gisteren, 2 jaar geleden, … ik vond dat ik iets moest schrijven voor hem, voor mij, voor iedereen. Maar ik vond ze niet. Er waren geen woorden te vinden voor het gevoel in mijn maag, voor de eindeloos diepe leegte die gisteren meer dan ooit voelbaar was.
Ik opende en sloot mijn computer, een aantal keer. Verschrikkelijk, zelfs de woorden lieten me in de steek. Ik kroop dan maar in mijn bed. Alleen.
Alleen wou ik zijn, want wat moet ik zeggen als er geen woorden meer zijn?
Anderen schonken me woorden. Een kaartje in de brievenbus, een berichtje op de telefoon. En weer lukte het niet. Een schamele ‘dank je’ of ‘xxx’ was het enigste dat er nog uitkwam.
Het lukt nog steeds niet goed en dus leen ik woorden. Deze keer van Geert De Kockere
Ooit kende ik iemand
die me zo dierbaar was
dat ik dacht
dat de wereld zou vergaan
de dag dat …
En de wereld verging.
En ik verging.
En alle dingen vergingen.
En de dagen vergingen
en de nachten vergingen
en het zuchten verging
en het verlangen verging.
Nele – geschreven 2 jaar en 1 dag na die verschrikkelijke 8ste september 2015.