Ik was een tijdje thuis, maar nu ben ik terug aan het werken. Geen voltijdse, nee dat zou niet lukken.
Werken voelt als een ander leven : ik vind het leuk om te doen, het geeft me afleiding en terug een beetje structuur in mijn leven. Aan de andere kant merk ik dat het onmogelijk is om terug te zijn zoals voorheen. Dingen die ik belangrijk vond zijn dat nu niet meer. En andere dingen staan nu juist heel erg op de voorgrond. Soms lijkt het daardoor of ik een vreemde ben.
Gewoon net als vroeger over van alles praten en lachen kan ik niet meer.
De kinderen kunnen hun verdriet aan en uit zetten. Het verdriet is als een kraantje dat ze kunnen open- maar ook dichtdraaien. Als de druk te hoog wordt, dan komen de tranen of het gevoel van onrecht. Maar zodra de druk weer wat minder is, kunnen ze verder met hun leven.
Ik dacht niet dat ik dat kon. Dat ik die keuze had. Maar blijkbaar is werken toch vergelijkbaar. Tot net voor het moment dat ik binnenstap op kantoor ben ik met mijn hele zijn bij Tas. Eenmaal ik de drempel over ben zet ik een masker op en functioneer. Zolang ik aan een project of een opdracht bezig ben, lukt dat zeer goed.
Het wordt voor mezelf pas pijnlijk duidelijk dat ik in en andere wereld leef als we pauze houden. Ditjes en datjes … tja daar ben ik niet meer mee bezig.
Ik ben blij dat ik iets kan betekenen op het werk, en het is de enigste plek waar ik toekomstgericht kan zijn. Het vraagt wel energie, en tussendoor opladen is dan ook noodzakelijk.
Nele – geschreven 5 maanden en 27 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015