Tas,
10 april 2006, 10 jaar geleden. De dag dat ik je voor het eerst zag. Ik zie je nog staan in je lange jas in dat dorpje in de Ardennen. Breed lachend. Vol hoop op een nieuw liefdevol leven.
Wat was het vluchtig, dat mooie, volle leven samen. Zo vluchtig als een briesje onder een zomerrok.
Ik klamp me wanhopig vast aan herinneringen. Herinneringen aan een gewoon leven dat voor ons buitengewoon was. Jij was het die ons de liefde leerde kennen. Een zorgvuldig en geduldig opgebouwde liefde, waar tijd nemen voor elkaar belangrijk was. Met intimiteit als sleutel.
Ook bij ons, zoals bij zovelen, konden zorgen en de snelheid van het leven ons prikkelbaar maken. Soms werden verwijten woorden en leken alleen nog maar te kwetsen. Dan kwamen je armen die vastnamen met zo een kracht dat de vertwijfeling verdween als een sneeuwvlokje dat al ontdooid is voor het een uitgestoken hand bereikt.
Beminnen totdat de waanzin de rede overnam. Een tedere dialoog tussen twee lichamen. Ik mis jouw liefkozende strelingen op mijn huid, het ritme van je hartslag en het geluid van je ademhaling. Perfecte harmonie. Ik mis je zijn die mijn zijn compleet kon maken.
Ik voel me zoals op het einde van een goed boek. Verweesd en beduusd dat het verhaal ten einde is.
Nele – geschreven 7 maanden en 6 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015
als je schuilen wil, schuil dan bij mij
dan ben je veilig voor de regen
en als je warmte wil, schuif dan dichterbij
niets of niemand houdt je tegen
ben je het noorden kwijt
vraag het dan aan mij
ik ken de wind en al zijn wegen
en als ik volgen mag zeg dat tegen mij
niets of niemand houdt je tegen
mag ik mijn trauma’s, mijn wanhoop en chagrijn
en mijn neuroses met je delen
en mocht je ziel niet openstaan voor mij
dan zal ik je hart wel stelen
niets of niemand houdt dat tegen
Ik zal je geven wat ik geven kan
‘k heb al zoveel van jou gekregen
als jij mijn man wil zijn dan word ik dus je vrouw
niets of niemand houdt ons tegen
Vrij naar Niets of niemand – Bart Peeters