Wie ben ik?
Ik kijk naar mijn handen … ze schrijven. Ze lijken wel los van mijn brein te werken. Ik voel ze niet, niet echt. Dat vervreemdend gevoel heb ik wel vaker. Mijn ledematen lijken dan van iemand anders.
Ik kijk in de spiegel … iemand kijkt terug. Geen idee wie dat is. Ik herken mezelf niet meer. Ook dat vervreemdend gevoel heb ik heel de tijd. Wie ben ik?
Ooit, ergens las ik eens dat iemand op een nacht grijs of zelfs wit kan worden door een grote schok, door een groot trauma. Eigenlijk zou ik dat juister vinden, dan ik grijs was geworden. Maar bij mij geen grijs haartje te bespeuren. Waarom weerspiegelt mijn uiterlijk niet wat ik innerlijk voel. Waarom kan je de zware sporen die ik meedraag niet zien? Het klopt niet voor me.
Teveel statuutveranderingen. Zo noem ik ze. Van lief naar moeder – naar vrouw van – naar wees – naar terug moeder – naar weduwe. Op veel, veel te korte tijd. Als je de vrouw van iemand wordt dan kan je dat zien. Aan een ring, aan een huwelijksfoto. Wordt je moeder dan zie je dat uiterlijk. Maar wordt je wees of weduwe, dan draag je dat van binnen.
Alhoewel, als je goed oplet. Dan zie je dat ik niet meer weet hoe ik een glimlach moet vasthouden, dan zie je dat tranen elke dag achter mijn ogen prikken, dat mijn spieren pijn doen en dat soms stappen zelfs moeilijk is.
Ik vond onderstaand gedicht van Marinus van den Berg. Het komt dicht in de buurt.
Nele – geschreven 7 maanden en 17 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015
Wie ik was
met jou
Wie ik werd
door jou
met jou
Wie ik was
voor anderen
Wie ik was
voor mijzelf
Waar ik stond
waar ik voor ging
Het was
duidelijker aan het worden
Ik raakte
meer thuis in mijzelf
Jij mocht zijn wie jij was
meer en meer
Wij groeiden aan elkaar
Slepen aan steeds
weer ruwe kantjes
Ineens ging
’t licht uit
dwaalde ik
in ’t donker
was niet alleen
jou kwijt
ook mijzelf
wie ben ik nog…?
wie kan ik nog zijn
wie wil ik nog zijn…?
Overal zocht ik
Overal hoopte ik
Jou en mij terug te vinden
Los gescheurd
Los gerukt
Van mijn fundamenten
Overal miste ik
jou
Overal vermoedde ik
jou
Hoorde ik je stem
Kreeg ik nog de groeten
van jou
Met vallen
en opstaan
Brak er nieuw licht
in mij door
Een ander licht
Kwam ik weer
thuis in mijzelf
Voelde ik weer mijzelf
Groeide ik door
mijn verdriet heen
Leefde ik verder
niet zonder jou
maar met jou
Anders aanwezig
Marinus van den Berg