Liefje,
Jij kon van de badkamer een welnessruimte maken. Je kon de tuin omtoveren in een speelparadijs en de living in een voetbaltribune. Tuur, Louise en ik weten het soms niet meer maar soms denk ik dat ook ons huis het noorden kwijt is.
Kasten kraken, planten krijgen te weinig water en een aantal dingen zij hun eigenaar kwijt.
Ons huis is vol lege plekken, maar de leegste van al is de plek naast me in bed. Ons bed bezorgt me ’s avonds angsten, verdriet en herinneringen. De leegte is dan overweldigend. De harde realiteit dat ik je nooit meer kan voelen, dat je lijf me niet meer zal verwarmen. Jouw broodnodige aandacht, je strelingen en je kussen. Ik zoek ze, ik probeer je te pakken te krijgen en je aandacht te grijpen. ’s Avonds is de afwezigheid zo verschrikkelijk aanwezig. Slapengaan is een nachtmerrie die nooit meer stopt. Ik stel het elke avond weer uit.
En dan uiteindelijk val ik telkens weer uitgeput in slaap, hopend dat ik je ergens zal tegenkomen in de sluiers van nacht. Wetend dat het een ijdele hoop is.
En dan volgt een paradox, want ‘ s morgens kan ik ons bed niet verlaten. Ik wil niet wakker worden, niet terug naar daar waar jij net bent. Want het eerste dat ik zie, het eerste dat ik voel is die lege plek naast me. Zonder jou kan ik een dag niet aan, zonder jou kan ik niet leven.
Uiteindelijk sta ik op, trek mijn verdriet als een boetekleed aan en doe wat ik moet doen. Wetende dat het uiteindelijk weer avond zal worden, dat de tijd verder zal tikken. Elke dag voel ik me weer wat verder verwijdert van jouw bestaan. Om dan ’s avonds wanhopig op zoek te gaan.
‘Struikelend over het puin
van de grote hersenschimmen
zoeken we steun bij het kleine:
als ik een kopje koffie
gedronken heb voel ik me
misschien beter’.
Hanny Michaelis (verreweg mijn favoriete letterkunstenaar op dit moment).
Nele – geschreven 7 maanden en 26 dagen na die verschrikkelijke 8ste september 2015
