Dood, ik voel je in de duisternis als de maan het enige lichtpunt is.
Je bent zo vaak aanwezig, dreigend dichtbij om dan plots toe te slaan.
Hard, vlijmscherp en omringd door een ijzige wind. Striemend langs mijn lichaam, telkens weer.
Ik smeek het je, blijf even weg. De waanzinnig grote angst voor je knijpt mijn keel nog te vaak dicht. Laat zij die me dierbaar zijn een lang en mooi leven nu.
Ik kan geen lijk meer kussen, niet meer machteloos proberen mijn levensadem door te geven, een beetje warmte over te brengen.
Ik kan geen brieven met een zwarte rand meer schrijven. Rond de tafel mijmeren, radeloos proberen vast te houden dat wat was.
Ik wil alleen nog toekomst voor zij die dicht bij me staan. Ze zullen het waarderen.
Leven kan niet zonder dood, zoals liefde niet zonder verdriet kan en samenleven niet zonder ruzie verloopt.
Maar dood, als je dreigend en plots opnieuw wil toeslaan.
Dan smeek ik je, letterlijk op mijn knieën, kom dan maar eerst voor mij.
Ik wil op de eerste plaats staan.
Nele – geschreven 10 maanden na die verschrikkelijke 8ste september 2015.